Nuttig voor de klaspraktijk

Susie Brooks is een Britse kinderboekenschrijfster en kunstenares. Ze schrijft non-fictie over uiteenlopende onderwerpen. Haar passie voor kunst probeert ze via workshops en haar boeken door te geven aan kinderen. ‘Alles is kunst’ bundelt de vier delen uit de serie ‘Get into art’ die meermaals in de prijzen viel. Het boek bevat tips om zelf aan de slag te gaan met kunstwerken als inspiratie.

Hoewel het boek heel wat informatie bevat over kunstenaars en hun werken, is het in de eerste plaats een doeboek. Brooks verspilt geen tijd aan een lange inleiding met veel informatie. Eén dubbele pagina met een korte inleiding en wat weetjes over materialen volstaat om daarna met de deur in huis te vallen. De vier hoofdstukken - mensen, dieren, plaatsen en verhalen – beginnen elk met een checklist van materialen die per project nodig zijn. Handig want je ziet meteen voor welk project je de materialen in huis hebt als je plots besluit te gaan creëren. Als je de activiteit vooraf plant, is je winkellijst snel gemaakt.

Elke dubbele bladzijde bevat links een kunstwerk en rechts een flap met informatie over het werk, de kunstenaar, de kunststroming of techniek. Onder de flap staat steeds een stappenplan om zelf een werk te maken dat geïnspireerd is op de beroemde versie. Met 48 projecten in één boek komt de lezer mondjesmaat veel te weten over kunstvormen, technieken en artiesten en vergroot zo onbewust zijn algemene kennis. Mooi meegenomen maar het is duidelijk niet het hoofddoel van deze schrijfster. Ze wil kinderen aan het werk zetten en de haalbare voorbeelden nodigen daar ook toe uit. Vaak leiden de opdrachten naar een afgewerkt product maar evengoed zijn er aanzetten tot experimenteren waarbij het proces belangrijker is dan het product. Ideaal als opstapje naar een zelf verzonnen afgewerkt product. Bijvoorbeeld bij het werk van Klimmt waar het ontdekken en uitproberen van verschillende patronen centraal staat. Zulke opdrachten zijn dankbaar materiaal voor leerkrachten. De moeilijkheidsgraad varieert en daardoor ook de geschikte leeftijd om een bepaald kunstwerk aan te pakken. De verwachting van wat een lagere school kind al kan tekenen, ligt soms te hoog. Een realistische inschatting over het kunnen van je kind/klas voorkomt teleurstelling. Niet elk kind kan zomaar paarden of sprookjesfiguren uit het hoofd tekenen.
De auteur gebruikt soms termen die een verklaring kunnen gebruiken zoals wat complementaire kleuren zijn. De nadruk ligt bij de meeste activiteiten op techniek eerder dan op creativiteit. De uitwerking ervan is voor de hand liggend en simpel. De auteur heeft hier mogelijkheden gemist. Voor iemand die zelf creatief is, moet het mogelijk zijn om geïnspireerd door de kunstwerken en aangeboden technieken betere activiteiten te verzinnen. Dat sommige technieken herhaald worden in een andere uitvoering, komt misschien omdat het oorspronkelijk vier afzonderlijke boeken betrof.

‘Alles is kunst’ bevat voor kinderen ideeën om zelf eenvoudige werkjes te maken en laat hen kennismaken met verschillende technieken. Voor leerkrachten is het een nuttig handboek met inspiratie voor de klaspraktijk.