Eén dag in 1934

Burgdorf aan de Rijn, Duitsland, 1934. Thekla Jansen heeft als jonge lerares kortgeleden de klas overgenomen van haar grote voorbeeld Sonja Siderova. Haar leerlingen zijn 10-jarige jongens. De maatschappij raakt meer en meer in de ban van het nazistische ideeëngoed. Ook in de school en bij de leerlingen schieten deze krachten wortel. Een aantal jongens uit de klas is bij de Hitlerjugend. Thekla bepaalt haar positie en maakt keuzes. Tegelijk draagt ze zelf een beladen verleden met zich mee...

Hoewel het boek is opgebouwd rond één dag in 1934, krijgen we via flash-back-hoofdstukken een verhaal over het eerste derde van de 20ste eeuw (1899-1934) in Duitsland. Een verhaal over een onderwijzeres en haar leerlingen - waarvan de auteur er wat te veel aan de lezer wil laten kennen - maar evengoed een verhaal over de wereld om hen heen: mensen in de ban van de Führer, joden die geweerd worden, Hitlerjugend, boekverbranding (literatuur neemt een bijzondere plaats in het boek in). En daar bovenop het verhaal van de familie van Thekla. Wat opvalt is de enorme gelaagdheid van het boek, knap opgebouwd, de chronologie doorbroken door de flash-backs en hier en daar een zuinige flash-forward. De lezer blijft in spanning tot op het einde. Door de regels heen zien we de auteur trekken en sleuren om al haar verhaallijnen in één culminatiepunt te laten eindigen en daarin is ze maar matig geslaagd. Afgezien daarvan, een verdienstelijk boek!