Meer dan 6,7 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Nocturne...

Wil 25 augustus 2025
Deze recensie is min of meer een afspiegeling van een paar vragen en mijn antwoorden uit de leesclub “Slechte gewoontes” die plaatsvond onder de immer bezielende en creatieve coördinatie van @gigileestgraag op het onlangs geopende Forum van Hebban….

• Titels… en een beetje thematiek
De titel van het boek vind ik belangrijk. Daar gaat het immers over! Mag duidelijk zijn of geheimzinnig of ondoorzichtig of vul maar in… , maar toch min of meer de inhoud aangevend. Vertalingen zijn helaas, niet altijd/vaak niet zelfs, correct. Ook in dit geval niet.
In de oorspronkelijke Spaanse versie is het woord “gewoonte” (costumbre) enkelvoud, zo ook in alle andere vertalingen, die ik heb gezien. Maar helaas, de Nederlandse vertaling is meervoud… Geen correcte vertaling dus, integendeel, er worden meer slechte gewoontes gesuggereerd. Terwijl je er al lezende achter komt, dat het echt maar om één slechte gewoonte gaat, namelijk het huilen van de hoofdpersoon. Een soort zelfbeklag. Eigenlijk is huilen geen slechte gewoonte, maar hoort bij de mens, zoals lachen. Hoewel, volgens algemene normen huilen misschien “not done” is. Waarschijnlijk is daarom ook de titel weggemoffeld op de omslag. Een echte man huilt niet. Zoiets? Maar ja, de hoofdpersoon is in wezen ook geen echte man. Het gaat immers over de transitie van man naar vrouw. Dan is de oorspronkelijke Spaanse titel ook maar matig…

De hoofdstuktitels, daarentegen, zijn geweldig en passen zich zelfs qua stijl aan de inhoud aan. Waarom niet gekozen voor een van de hoofdstuktitels als boektitel. Mijn voorkeur gaat dan uit naar: “Nocturne” omdat de “transactiviteiten” zich hoofdzakelijk ´s nachts moeten afspelen vanwege de publieke opinie.´s Nachts zijn de mythologische droombeelden en ondersteunende schikgodinnen ook actief. Symbolen voor de onvermijdelijke transformatie die gaat komen.
Een goede titel zou ook zijn: “De familie”. In haar dubbele betekenis.
Mijn eigen boektitel mag niet ontbreken: “Wijze vrouwen”. Ze zijn er. Het hele boek door. Zelfs haar eigen moeder. En zeker ook onze hoofdpersoon zelf die het indringende verslag van haar pijnlijke en moeizame transitieperiode besluit met de wijze woorden: “Ik was alle vrouwen”.

• De cover en het transitie-verhaal vanaf het prille begin
Een mooie pocketuitgave. Prachtige kleuren. De titel is gelukkig bijna onleesbaar maar de blauwe letters vullen de pagina perfect op en zorgen voor een mooie achtergrond. Niet somber, ondanks het zwart.
En op de voorgrond een stierenvechter. Een mooie, aantrekkelijke vrouw die lichtelijk brutaal, zelfs wat uitdagend de wereld inkijkt en lijkt te zeggen: “Kom maar op, jullie!” In de boekhandel zou ik dit boek zeker oppakken.
De Spaanse schrijfster, als jongen geboren, heeft dit stierenvechten uiteraard symbolisch bedoeld. Zij is deze vrouw, deze transvrouw, de hoofdpersoon. Zij is een vechter, een strijder. Dat lezen we gedetailleerd in deze auto-fictieve debuutroman. De stier die niet zichtbaar is op het beeld, is een geslaagde metafoor voor de boze buitenwereld waartegen ze strijdt.

Ook de arbeiderswijk “San Blas” in Madrid waar ze opgroeide in de jaren ’80 en ’90 is belangrijk voor haar en is eigenlijk ook een hoofdpersoon, gevolgd door de wijk Chueca, de wijk van de nacht, met pooiers, prostitué(e)s, travestieten, enz. Met haar transvriendinnen en echte vriendschappen. En Jay, haar eerste liefde, die ze al eerder ontmoette op de sportschool.

De bewoners worden beeldend en met enige humor beschreven. Bijna karikaturaal en nogal stereotiep. Dat geldt in mindere mate voor de ouders en de broer. Hun manier van praten en handelen leek niet op dat van mensen in een arbeiderswijk, met een verondersteld laag opleidingsniveau. Hun zorgzaamheid en medeleven met hun buren en met elkaar was een voorbeeld voor anderen. Maar echte gesprekken waren er helaas niet, ondanks hun begrip voor hem/haar.

Ik ga toch nog even terug naar hoofdstuk 2 om het begin van haar moeizame strijd met dat verkeerde lichaam te markeren en te duiden.
Haar eerste gesprek, toen nog als jongetje van 5, was met een hele “aparte” vrouw in de buurt, met altijd een dikke make-up als masker. Een soort heks die de Pruik werd genoemd. Deze vrouw is duidelijk het begin van haar coming-out met haar geboortevoorspelling eerder aan haar moeder en hier met: "Zeg tegen je ouders dat ze dat ding van je oog moeten halen” en "Praat eens goed". Ik zou haar de kapstok (het centrale thema) van het hele verhaal willen noemen. De Pruik is de eerste persoon met wie ze echt durfde te praten, als klein jongetje al, aanvoelend dat de Pruik ook "anders" was. En dat masker herkende hij. Een masker van schaamte en angst waarachter hij zich verstopte. “Ik, een slim mietje dat stiekem een meisje was…”
"Ik had haar terecht als voorbeeld uitgekozen (…) Ik leerde dat vrouwen die op hun eigen manier leven, die op hun eigen manier ouder worden en wier leven duidelijk aan hun gezicht is af te lezen, doorgaans worden bedolven onder medelijden en spot omdat mensen in feite bang voor ze zijn". Het is het eerste leermoment in haar leven. “Daarom wilde ik met haar praten, want bij haar kon ik een deel van mijn erfgoed halen, hoe schamel ook, om verder te bouwen aan de vrouw die ik eens zou worden”.

• De schrijfstijl nader bekeken en een keuze uit de vele mooie citaten…
De eerste zin, de eerste alinea is prachtig. Meerdere keren gelezen.
Vanaf hoofdstuk 1 “De gevallen engel” hebben we te maken met een volwassen, erudiete schrijfster die terugblikt op haar roerige, turbulente leven, vanaf haar prille jeugd. Niet alleen met één grote flashback maar ook met enkele flashforwards. Zie citaat hiervoor. En dat dus met ervaringsdeskundigheid, geaccepteerde en verwerkte gevoelens, voortschrijdend inzicht, enz.

Portero (1978) schrijft achteraf. Vele jaren later. Ze is inmiddels bijna 50. Daar zat voor mij mijn eerste “hik”… In het zogenaamd woordelijk gesprek in hoofdstuk 2 was dat stotterende jongetje nauwelijks herkenbaar. Hij dacht volwassen. Zeker met alle analyses tussendoor. Een minpuntje. Helaas, volgden er nog meer van dit soort scènes. Een aparte combinatie: de ik-verteller (van jong tot volwassen) met een alwetende verteller van nu, samengevoegd. Daar moest ik aan wennen.

Overigens, droegen daarna de vele, zogenaamd letterlijke gesprekken wel bij aan een algeheel begrip cq invoelen van en voor de hoofdpersoon. Deze gesprekken waren, zo leek het, volledig uitgeschreven scènes: “des tableaux vivants” Het waren fragmenten uit haar zware leven. Soms niet chronologisch, soms zonder onderling logisch verband. In gedachten van de hak op de tak springend.

Er waren mooie zinnen, in eenvoudige woorden: blz. 232 over de tijd: "Hoewel het huis niet brandschoon was, hoopte zich alleen stof op, als de adem van de tijd die op onze spullen neervalt om ons eraan te herinneren dat hij verstrijkt."

Soms een waarheid als een "koe": Over het lachen, op blz 24: " We lachen ons leven lang op dezelfde manier: je herkent er het meisje in dat je eens was of de oude vrouw die je ooit zult worden".

De haast fotografische, maar toch ook hilarische beschrijvingen van enkele personen. blz 12: "De Pruik was klein van stuk, mager als een plank en dusdanig gerimpeld dat het leek of ze, als ze zich bewoog, een onstuitbaar proces van mummificatie onderbrak". En dan de plastische beschrijving van het gezicht van Margarita.(blz. 54) "Haar gezicht was misvormd door bobbels op haar wangen en haar jukbeenderen, een soort blaren die vol leken te zitten met een verharde vloeistof, oneffen voor het oog, en waarschijnlijk ook voor het gevoel" Enzovoorts.

Dan waren er de wijze uitspraken. Ik noem er toch enkele: over het geheugen (blz. 174): "De vouwen en plooien van het geheugen zijn verraderlijk en kunnen zulke levendige herinneringen blootgeven dat je het gevaar loopt dat je komt vast te zitten op plekken waarnaar je nooit meer wilde terugkeren". En om kippenvel van te krijgen over Margarita (blz. 240): "… ze was niet koud, ze was lauw, de temperatuur van de overgave, wanneer je niet meer in staat bent om terug te vechten met koorts of onderkoeling. De afwezigheid van verzet, de dood, is simpel en natuurlijk, in het geheel niet opmerkelijk.: wanneer de ziel de vaten van de hartstocht, de angst, de liefde of het lijden afsluit en het lichaam verlaat, wordt de materie iets heel middelmatigs". “De finishing touch van Magere Hein staat je goed”.

De schrijfstijl qua woordkeuze, zinsbouw e.d. was wisselend. Soms verheven, zelfs spiritueel en surrealistisch en met treffende (mythologische en katholieke) verwijzingen en metaforen. Ook hedendaagse bekende queer-personen en wereldsterren kwamen als modelvoorbeeld voorbij. Dan weer was haar stijl poëtisch bijna, maar vaak ook heel gewoon. Haar taalgebruik werd ruiger en platvloerser met schuttingtaal (!) naarmate ze meer met anderen van minder allooi omging. Het werd steeds meer de zelfkant van de maatschappij. En dat zou niet nodig moeten zijn, maar was het wel.

* Conclusie:
Alana S. Portero schrijft van binnenuit, in de ik-vorm dus, met veel precisie. Heel knap. Je leest a.h.w. haar dagboek. Alsof het NU is of niet al te lang geleden. Zie mijn eerste hik over de alwetende verteller.
Haar schrijfstijl voelde daardoor afstandelijk aan met weinig emoties. Toch bemerkte ik bij mezelf wél betrokkenheid maar er waren geen tranentrekkers. Hoewel… ja, één keer. Moeilijk te formuleren. Dat vond de schrijfster ook. Een ongetiteld hoofdstuk, cursief gedrukt, volgde na dit heftige “incident”. Ze zweeg. Dertien jaar lang. Qua tijdsverloop liep ik tegen die dertien jaar afwezigheid aan. Het niets. Mijn tweede hik. Zou best interessant zijn geweest te lezen hoe haar transitie uiteindelijk wél gelukt is… Een deel 2?

Dit boek nodigt echt uit tot een tweede lezing. Je leest zoveel méér…. Bij mijn nader inzien, na herlezing en nu recensie schrijvend moet ik mijn aanvankelijke waardering *** corrigeren. De schrijfstijl van Alana S. Portero is speciaal en bestrijkt vele registers. Ik waardeerde de humor, de wijze uitspraken meestal van de transvrouwen/de schikgodinnen en vooral de toepasselijke metaforen. De eruditie en opleiding en de beroepsmatige bezigheden van de schrijfster zijn duidelijk traceerbaar in deze auto-fictieve debuutroman en vervolmaken de schrijfstijl (moet ik toegeven, ondanks mijn twee hikken).

Alana S. Portero heeft echt talent! Ik geef haar vier sterren. Zelden werd een persoonlijk "anders zijn"-verhaal zo schrijnend en verrassend verteld over een helaas nog steeds actueel en universeel thema waarover ieder mens zou moeten lezen en er lering uit trekken. Zeker “andersdenkenden”.

Zeist, 25 augustus 2025
Wil
2

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Wil