Meer dan 6,6 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Wat overblijft wanneer alles verdwijnt

Linda Marie 19 juli 2025
'Het eind is ons begin' van Megan Hunter is een roman die leest als poëzie. Proza dat niet zou misstaan op de plank poëzie, zo zorgvuldig en spaarzaam is het taalgebruik. Gelukkig ben ik zelf een fervent lezer van poëzie, waardoor ik kon meebewegen op het ritme van Hunter’s woorden en de leegtes ertussen.

De leegtes in de tekst zijn cruciaal en zijn minstens even belangrijk als de woorden zelf. Veel wordt niet verteld; als lezer moet je de gaten zelf vullen. Dat is confronterend, pijnlijk soms, maar het laat voelen hoe een ramp alles wegvaagt: bezittingen, zekerheden, zelfs je identiteit. Alleen de kern blijft over – slaap, eenvoudig voedsel, water, melk voor de baby.

Het is alsof je als lezer samen met de ik-persoon door een overstroomd landschap waadt, waarin vertrouwde contouren zijn uitgewist. Een ramp vreet niet alleen je bezittingen weg, maar schraapt ook laag voor laag af wie je dacht te zijn. Wat rest is de kern, het kale overleven: slaap, eenvoudig voedsel, water, melk. Hunter laat zien hoe een catastrofe alles terugbrengt tot het meest elementaire, het meest basale, tot de fragiele draad waaraan het leven hangt.

Opvallend is dat de personages nergens bij naam worden genoemd. Slechts initialen duiden hen aan: R., S., J., en later Z. Die keuze werkt vervreemdend en afstandelijk – ongetwijfeld bewust, want ze past perfect bij de desolate sfeer van het boek.

Waar gaat het eigenlijk over? In Londen heeft een ramp plaatsgevonden: het water stijgt sneller dan gedacht, de stad overstroomt. De ik-persoon staat op het punt te bevallen, iets wat ze nooit had verwacht nog mee te maken. R., vermoedelijk de vader, bevindt zich op een berg, ver weg van haar. Ze stuurt hem een sms; hij stuurt zijn vriend S. langs. S. is bang en heeft J. meegenomen. Ook J. is bang en brengt bier mee.

De geboorte van haar zoon – Zeb, later enkel aangeduid met Z. – vindt plaats in een ziekenhuis dat al op de rand van evacuatie staat. Wat volgt is een vluchtpoging van de ik-persoon samen met R. en Z. naar de ouders van R. Daarna verdwijnt de moeder van R. en later raken R. en de ik-persoon elkaar ook kwijt. Wat rest is proberen overleven als ontheemden in een overstroomde en weggevaagde wereld terwijl Z. verder groeit van baby naar peuter.

Door korte, broze alinea’s en fragmenten die vaak onderbroken worden door cursieve passages – ontleend aan mythologische en religieuze teksten van over de hele wereld – krijgt de tekst iets apocalyptisch, dystopisch en tegelijk zeer actueel. Lezers die vertrouwd zijn met de joodse, christelijke en islamitische cultuur zullen al snel denken aan het verhaal van Noach en de zondvloed. Bijna hadden ze hun zoon Noah genoemd, maar “de naam klonk al overal in het ziekenhuis.”

Wat blijft er over na een catastrofe waarbij je alles moet achterlaten? Hunter laat zien dat, zelfs in het puin van een ingestorte wereld, het leven doorgaat. Op het meest rudimentaire niveau: de baby slaapt, eet en poept. Maar juist in die eenvoud schuilt iets troostends. Het kind groeit, kruipt, trekt zich op, en zet tenslotte zijn eerste stap. Die kleine lichamelijke overwinningen voelen groots in een wereld waarin alles lijkt verdwenen.

Het boek is een ode aan de sterkste band die we kennen: die tussen een moeder en haar kind. In een wereld die is uitgehold tot de kern, blijft deze relatie het onverwoestbare anker. Alles is weggevaagd, en toch ontstaat er iets nieuws: de liefde die bloeit tussen een moeder en haar baby, en de veerkracht waarmee een kind zich opricht.

Met een bijna huiveringwekkende eenvoud toont Het eind is ons begin hoe kwetsbaar én hoe hardnekkig het leven is. Elk einde draagt het zaad van een begin in zich – en nergens is dat duidelijker dan in het moment waarop het kind een been optilt en zijn eerste stap zet.

Toch is dit geen boek voor iedereen. Je moet openstaan voor een gedurfde, nieuwe vorm van proza – spaarzaam, fragiel, en tegelijk krachtig en beklijvend – en je niet laten afschrikken door de ruimte die je zelf moet invullen. Wie houdt van mooie zinnen en poëzie, zal echter geraakt worden tot in het diepst van de ziel.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Linda Marie