Lezersrecensie
Houden van of vasthouden?
Het boek stond op de leeslijst van onze lokale leesclub, en ik verslond het in één weekend. Vanaf pagina één zat ik erin: vlotte, heldere zinnen en een onderhuidse spanning die me niet meer loslieten. Ik móést weten hoe het afliep.
De ik-figuur is een vrouw die ogenschijnlijk alles heeft: een gelukkig huwelijk met de perfecte man, twee kinderen, een prachtig huis in een deftige Londense wijk. Haar man blijft naamloos – hij is gewoon “mijn man”.
“Mijn man heeft geen voornaam, hij is mijn man, hij is van mij,” schrijft ze. En precies daar voelde ik: hier klopt iets niet. Een partner bezitten? Dat kan toch niet?
Vanaf dat moment duik je in het hoofd van een vrouw die volledig opgaat in haar liefde – of beter: haar obsessie. Vijftien jaar na hun huwelijk is ze nog steeds smoorverliefd, maar twijfelt ze of hij dat ook is. Haar gedachten schieten alle kanten op: onzeker, controlerend, jaloers, wispelturig. Ze wil zó graag de touwtjes in handen houden dat ze een ingenieus systeem van belonen en straffen heeft bedacht om de macht te behouden.
Wat haar écht drijft, is angst – de verlammende angst dat hij haar verlaat. Haar liefde is allang geen liefde meer, maar een obsessie: met perfectie, controle en bevestiging. Drie woorden vatten haar perfect samen: manipulatie, controledwang en machtsspelletjes – een ongezond trio.
Achter die façade van controle schuilt een vrouw met een laag zelfbeeld, die haar macht uitoefent vanuit angst en onzekerheid.
Het debuut van Maud Ventura houdt ons een spiegel voor: wat gebeurt er als liefde verwordt tot controle? Dan is het geen liefde meer, maar een obsessie – een machtsspel geboren uit verlatingsangst. Iedereen wil gezien, geliefd en bevestigd worden; dat is menselijk. Maar als je eigenwaarde volledig afhangt van de ander, sla je door. Liefde wordt dan dwingend, een greep uit angst in plaats van verbinding. De hoofdpersoon klampt zich wanhopig vast aan haar man, maar verliest vooral zichzelf – en daarmee het echte leven.
Het boek schetst een spiegel van de moderne liefde: vaak verstikkend, met controle en perfectiedrang tot in het extreme. De blik van de ander wordt de maatstaf voor ons geluk. Sociale media versterken dat nog: zichtbaarheid draait om likes, complimenten en bevestiging. Wat overblijft, is geen liefde, maar een eindeloze honger naar ego-streling.
De hoofdpersoon koestert de illusie van controle in haar relatie. Maar die controle doodt alle intimiteit en spontaniteit. Gelijkwaardigheid verdwijnt; wat rest is een ongezonde machtsdynamiek. En dat is nou juist de kern van een relatie: je openstellen voor de ander, jezelf tonen zoals niemand je ziet – naakt, ziek, op je slechtst, met een off-day. Zonder garanties.
Het epigram uit 'De minnaar' van Marguerite Duras vat het perfect samen.
"Ik heb nooit geschreven, denkend dat ik schreef, ik heb nooit liefgehad, denkend dat ik liefhad, ik heb nooit iets anders gedaan dan wachten voor een gesloten deur."
Schitterend, hè? De ik-figuur denkt dat ze liefheeft, dat ze handelt uit passie en controle uitoefent. In werkelijkheid staat ze stil voor een gesloten deur. Er is geen echte uitwisseling met de ander. Haar liefde speelt zich af in haar eigen hoofd: geen nabijheid, geen echte ontmoeting. Geen ‘ont-moeten’. Prachtig woord hier: niet moeten, jezelf bevrijden van dwang. Dat zou ik haar willen toefluisteren: ontdoe je van het 'moeten', laat los.
Het einde viel me wat tegen, maar voor wie houdt van een psychologische thriller over moderne liefde: absoluut een aanrader!
De ik-figuur is een vrouw die ogenschijnlijk alles heeft: een gelukkig huwelijk met de perfecte man, twee kinderen, een prachtig huis in een deftige Londense wijk. Haar man blijft naamloos – hij is gewoon “mijn man”.
“Mijn man heeft geen voornaam, hij is mijn man, hij is van mij,” schrijft ze. En precies daar voelde ik: hier klopt iets niet. Een partner bezitten? Dat kan toch niet?
Vanaf dat moment duik je in het hoofd van een vrouw die volledig opgaat in haar liefde – of beter: haar obsessie. Vijftien jaar na hun huwelijk is ze nog steeds smoorverliefd, maar twijfelt ze of hij dat ook is. Haar gedachten schieten alle kanten op: onzeker, controlerend, jaloers, wispelturig. Ze wil zó graag de touwtjes in handen houden dat ze een ingenieus systeem van belonen en straffen heeft bedacht om de macht te behouden.
Wat haar écht drijft, is angst – de verlammende angst dat hij haar verlaat. Haar liefde is allang geen liefde meer, maar een obsessie: met perfectie, controle en bevestiging. Drie woorden vatten haar perfect samen: manipulatie, controledwang en machtsspelletjes – een ongezond trio.
Achter die façade van controle schuilt een vrouw met een laag zelfbeeld, die haar macht uitoefent vanuit angst en onzekerheid.
Het debuut van Maud Ventura houdt ons een spiegel voor: wat gebeurt er als liefde verwordt tot controle? Dan is het geen liefde meer, maar een obsessie – een machtsspel geboren uit verlatingsangst. Iedereen wil gezien, geliefd en bevestigd worden; dat is menselijk. Maar als je eigenwaarde volledig afhangt van de ander, sla je door. Liefde wordt dan dwingend, een greep uit angst in plaats van verbinding. De hoofdpersoon klampt zich wanhopig vast aan haar man, maar verliest vooral zichzelf – en daarmee het echte leven.
Het boek schetst een spiegel van de moderne liefde: vaak verstikkend, met controle en perfectiedrang tot in het extreme. De blik van de ander wordt de maatstaf voor ons geluk. Sociale media versterken dat nog: zichtbaarheid draait om likes, complimenten en bevestiging. Wat overblijft, is geen liefde, maar een eindeloze honger naar ego-streling.
De hoofdpersoon koestert de illusie van controle in haar relatie. Maar die controle doodt alle intimiteit en spontaniteit. Gelijkwaardigheid verdwijnt; wat rest is een ongezonde machtsdynamiek. En dat is nou juist de kern van een relatie: je openstellen voor de ander, jezelf tonen zoals niemand je ziet – naakt, ziek, op je slechtst, met een off-day. Zonder garanties.
Het epigram uit 'De minnaar' van Marguerite Duras vat het perfect samen.
"Ik heb nooit geschreven, denkend dat ik schreef, ik heb nooit liefgehad, denkend dat ik liefhad, ik heb nooit iets anders gedaan dan wachten voor een gesloten deur."
Schitterend, hè? De ik-figuur denkt dat ze liefheeft, dat ze handelt uit passie en controle uitoefent. In werkelijkheid staat ze stil voor een gesloten deur. Er is geen echte uitwisseling met de ander. Haar liefde speelt zich af in haar eigen hoofd: geen nabijheid, geen echte ontmoeting. Geen ‘ont-moeten’. Prachtig woord hier: niet moeten, jezelf bevrijden van dwang. Dat zou ik haar willen toefluisteren: ontdoe je van het 'moeten', laat los.
Het einde viel me wat tegen, maar voor wie houdt van een psychologische thriller over moderne liefde: absoluut een aanrader!
1
Reageer op deze recensie
