Lezersrecensie
Een boek met veel verhalen
In ‘Lentekind’ vertelt Harmen van Liemt veel verhalen in één keer: dat van een jongetje dat zichzelf zoekt, dat van zijn zus en haar overlijden, en dat van zijn ontwakende seksualiteit. En Van Liemt is een diesel: in het begin denk je als lezer nog te maken te hebben met een (op zich geslaagde) beschrijving van de jeugd van een jongetje dat af en toe net iets anders was dan gemiddeld, maar daar wel een weg in vond, maar gaandeweg wordt het verhaal beter en dieper. Zodra Woody, de hoofdpersoon van het verhaal, pubert, groei je als lezer mee. Je ontdekt zijn onzekerheden, zijn bluf, zijn worsteling met in eerste instantie meisjes en de sores in zijn gezin. Centraal staat zus Lara, niet voor niets de enige in het gezin met een geboorteboom. Als sterkhouder in het zwalkende gezin bouwt ze met broer Woody een bijzondere band op. Ze zijn twins, al schelen ze vier jaar.
Lara wordt echter ziek, precies op het moment dat Woody twijfelt aan zijn eigen seksualiteit en eigenlijk begint dan het tweede, sterkere gedeelte van het boek. De cycli van de ziekte - maar liefst drie keer lijkt het voorbij met Lara, maar is er toch hoop - staan symbool voor het proberen los te laten. Een zoektocht naar diepgang, levenszin en geloof volgt. Zonder te veel in detail te willen treden, er moet iets te lezen overblijven, komt er in het derde deel loutering: het kind wordt een jongvolwassene en vindt zo langzaamaan zijn plek.
In dit boek is geen zin er één te veel, en ook al moet het verhaal even op gang komen, komt alles, maar dan ook echt alles op zijn plaats. Het pleit voor de theatermaker Van Liemt dat het verhaal niet stopt bij het toppunt, maar dat je als lezer ook de loutering meekrijgt. Het maakt het verhaal rond en af, en daarmee ontzettend fijn om te lezen.
Lara wordt echter ziek, precies op het moment dat Woody twijfelt aan zijn eigen seksualiteit en eigenlijk begint dan het tweede, sterkere gedeelte van het boek. De cycli van de ziekte - maar liefst drie keer lijkt het voorbij met Lara, maar is er toch hoop - staan symbool voor het proberen los te laten. Een zoektocht naar diepgang, levenszin en geloof volgt. Zonder te veel in detail te willen treden, er moet iets te lezen overblijven, komt er in het derde deel loutering: het kind wordt een jongvolwassene en vindt zo langzaamaan zijn plek.
In dit boek is geen zin er één te veel, en ook al moet het verhaal even op gang komen, komt alles, maar dan ook echt alles op zijn plaats. Het pleit voor de theatermaker Van Liemt dat het verhaal niet stopt bij het toppunt, maar dat je als lezer ook de loutering meekrijgt. Het maakt het verhaal rond en af, en daarmee ontzettend fijn om te lezen.
1
Reageer op deze recensie