Sandy zaait dood, verderf en broederschap

Als de 14-jarige Emilia vindt dat haar vader de wereld heeft vernietigd, besluit ze te vluchten naar New York. Het heeft wat voeten in de aarde, maar door de gaten die haar Ierse kunstenaarsmoeder en haar Nederlandse schooldirecteurvader in hun opvoeding hebben laten vallen, lukt het haar in haar eentje New York te bereiken. Alleen jammer dat het appartement dat ze illegaal heeft geboekt, niet bestaat. Het huis wordt bewoond door Seth en Abby, die in eerste instantie niet zo met haar bezig zijn. Emilia loopt verloren rond, red een door verdoving versufte, maar heel knappe jongen (Jim) voor een coma door hersenschudding, en probeert haar leven te overzien.
Er is van alles aan de hand: in haar leven doet haar vader rare dingen en is haar moeder vooral met kunst bezig, in Jims leven speelt de haat voor de prestatiemaatschappij een grote rol, en Seth en Anna hebben een dode vader en verwerken dat respectievelijk niet en niet gewenst. En dat tegen de achtergrond van de orkaan Sandy, die New York teistert en zorgt voor een tamelijk nomadisch overlevingsavontuur. En dat terwijl je smetvrees hebt. De vier vormen een boyband, gespecialiseerd in overleven.
Anna Woltz wekt haar personages geloofwaardig tot leven, laat ze hun eigen problemen hebben en speelt die problemen tegen elkaar uit, en aan het eind vind je het als lezer eigenlijk vooral jammer dat het boek uit is. Toch is een vervolg niet nodig: je kunt het verder zelf wel invullen. Met je eigen fantasie.
Een fantastisch boek!