Washington Black, een aangrijpend boek terecht genomineerd voor "The Man Booker Prize".

Washington Black is een ongeveer tienjarige jongen die als slaaf op een suikerplantage op Barbados woont en werkt.
Een plantage, bestierd door Erasmus, “de Meester” genoemd, een vreselijke man die de slaven op een weerzinwekkende manier behandelt.
Zij worden mishandeld, misbruikt en regelmatig worden er slaven vermoord en tentoongesteld. Zo worden alle slaven, nadat er een wegloper levend is verbrand voor de tweede keer gebrandmerkt.
Wash, zoals hij wordt genoemd wordt onder de hoede genomen door Big Kit, een vrouw die door het afschuwelijke leven dat ze leiden is getekend.
Dan arriveert de broer van Erasmus, Titch, een enigszins vreemde man die niet op zijn broer lijkt. Hoewel hij op dat moment de slavernij wel als normaal ziet behandelt hij de slaven als, weliswaar tweederangs, mensen.
Titch is een uitvinder en werkt aan de bouw van een luchtballon, genaamd “de Wolkenkliever”.
Als hij tijdens een maaltijd wordt bediend door Wash vraagt hij aan zijn broer om hem als zijn persoonlijke bediende aan te stellen.
Titch ontpopt zich als een leermeester voor Wash, hij leert hem lezen en schrijven en ontdekt dan dat hij geweldig kan tekenen. Hij maakt prachtige tekeningen voor Titch die ook bioloog is.
Toch ontkomt Wash niet aan een drama, waar hij ook ernstig gewond bij raakt. Als zich dan ook nog een enorme ruzie tussen de beide broers voordoet, vluchten Titch en Wash van de plantage.
Een vlucht vol avonturen, Wash reist naar de Noordpool, naar Engeland en uiteindelijk naar Marokko.
In het tijdsbestek van jaren worstelt Wash met zijn identiteit, hij wil zo graag een mens in vrijheid zijn, die leeft zoals hij dat graag wil.
Ik vind Washington Black een prachtig boek dat gaat over liefde en haat, over moed en lafheid en over zoveel meer dat het voor mij zeker vijf sterren waard is.