Jezelf vinden

In de Prosecco-dagboeken reis je af naar de streek Veneto in Italië. Je maakt kennis met Alberico, de omstreden prosecco dictator en Helena, de hippe wijn influencer. Helena maakt een afspraak met Alberico om vragen te stellen over zijn omstreden manier van Prosecco maken.

In de eerste hoofdstukken is het even wennen over wie je leest, ze worden in de ik vorm geschreven, maar je moet de hoofdpersonen nog leren kennen. Dat gaat heel vlot, het is snel duidelijk over wie je leest. Er wordt vanuit vier verschillende perspectieven verteld. Behalve Alberico en Helena, zijn er nog twee andere personages. Juist deze twee zorgen voor een mooie aanvulling op wat je al wist van beide hoofdpersonen.

Voor Alberico en Helena elkaar tegenkomen, leer je ze beter kennen. Allebei zijn het bijzondere persoonlijkheden met ieder hun eigen problemen.

De bijzondere vertelstijl van Ruud van Gessel maakt dat ook dit boek in de Bubbels reeks weer verrast. De boeken zijn niet strikt in een genre te vangen, leuk voor wie eens wat anders wil lezen.

De Prosecco-dagboeken is een verhaal over liefde, maar eigenlijk nog meer over jezelf en een plekje op deze wereld vinden.

Eerder las ik het derde deel in de Bubbels reeks, de verhalen zijn los van elkaar te lezen. Een duidelijke overeenkomst tussen beide boeken is de beeldende manier van schrijven. Het land en de plaatsen waar het zich afspeelt, zie je helemaal voor je.  

De Prosecco-dagboeken is een fijn verhaal om helemaal in vakantie stemming te komen.