Lezersrecensie
De aarde beefde en was stil
Fay (17) gaat na de zomervakantie naar 6 gymnasium en mist de eerste dagen om spontaan met haar roekeloze neef Elvin (20), die net weer is ontslagen, in zijn oude Mitsubishi Sapporo mee te gaan naar Parijs. ‘We zouden naar Parijs maar het eindigde in Metz.’ Er ontplooit zich een aaneenschakeling van grappige, bizarre en steeds absurder maar erg vermakelijke avonturen. De boel escaleert lekker. Er wordt ruzie gemaakt, gevochten, gevloekt, er is iets met seks en een rode clownsneus, er wordt gereden zonder rijbewijs, veel bier gedronken en nog meer gerookt. Ook is er een belangrijke rol voor een oud en kostbaar koorboek. De mysterieuze melodieën laat Fay met haar altviool horen terwijl ze de Latijnse teksten probeert te ontcijferen, zoals terra tremnit et quienit - de aarde beefde en was stil.
Tot ze stilstaan in een bos en de auto ermee stopt. Fay gaat alleen verder en belandt via bijzondere ontmoetingen en een paar verschijningen (zijn dat de slaappillen?) in Metz, waar haar vader drie jaar geleden zelfmoord heeft gepleegd. Iemand die dood wilde en dat nooit liet merken. Het verwerken van haar vaders dood begint een steeds belangrijker thema te worden. In de kathedraal komt alles samen: de aarde beefde en was stil.
Fay verwerkt haar vaders dood op haar eigen manier. Het einde is geniaal.
Deze roadtrip beslaat zes dagen en wordt in 25 hoofdstukken verteld. De tweede dag beslaat de meeste (acht) hoofdstukken.
Het boek is geschreven in de ik-vorm, in de verleden tijd. Fay kijkt terug op dit avontuur samen met haar neef. Dit perspectief werkt erg goed, vanaf het begin leef je mee in de gedachten en gedragingen van deze tiener, versterkt door het jeugdige taalgebruik:
- Ik had mijn ontroering weggeslikt met bier, dat ging goed want ik vind bier niet speciaal lekker, het is voor mij een drankje om dingen mee weg te spoelen (p. 85)
- Elvin is soms een blije eikel, en dat is best grappig, want hij kan zomaar veranderen in een boos en rancuneus mannetje vol zwarte gedachten. Elvin is een natuurverschijnsel (p. 85)
- ‘Nou effe niet, niffo, ik ben die kankerstokken zat!’ (p. 90, als neef Elvin weer een sigaret opsteekt)
Een paar keer verwijst Fay ineens verrassend naar het verhaal dat ze aan het vertellen is:
- Gewoon opschrijven hoe het was (p. 179)
- ‘Ik weet dingen. En het moet, voor het verhaal. Snap dat dan.’ (p. 242)
Er staan prachtige zinnen in dit boek:
- Ik wist dat hij geen Instagram, Facebook en Snapchat had. Hij heeft geen digitaal leven nodig voor zijn ijdelheid, die is volledig zelfvoorzienend (p. 62)
- Muziek moet tot het hart doordringen en bij mij gaat dat gemakkelijk want ik heb daar een gaatje (p. 172) (Fay heeft een gaatje in haar hart, vertelt ze ons al op de eerste pagina)
- De paniek sloeg toe, sprong op mijn rug en schreeuwde in mijn oor (p. 229)
Fay is soms wel erg wijs voor haar 17 jaar, alhoewel het feit dat ze gymnasium doet enigszins haar slimme geest, maar niet helemaal deze levenswijsheid, verklaart. Terugdenkend aan toen ik zelf op het gymnasium zat, kan ik mij niet voorstellen dat ik levenswijsheden als deze verkondigde:
- Excuses zijn overschatte dingen, wie excuses aanbiedt voor iets heeft het zichzelf al vergeven en vraagt alleen bevestiging om er vanaf te zijn (p. 78)
- Walging is de luxe van hen die kunnen weglopen (p. 124)
- Het is gestoord om te zien wat mensen doen om hun verlies van waardigheid te verdonkeremanen (p. 124)
Het maakt het boek niet minder mooi. Er gebeuren wel meer surrealistische dingen, zoals de verschijningen aan Fay van koekverkoper René, Grijze Gijs uit de verhalen van haar vader en kopiist Rogier uit de 16e eeuw. Het verhaal van de kopiist had van mij wel wat korter gemogen.
De titel wordt aan het einde verklaard, maar blijft wat ongemakkelijk. De vergelijking die wordt gemaakt met stro en strovuur lijkt tegenstrijdig. Maar dat kan aan mij liggen.
Een klassieke roadtrip vol wilde avonturen en met een originele twist waar je als lezer lekker in meegezogen wordt. Maar wel met een serieus thema dat (voor Fay) steeds belangrijker wordt. En met een prachtig einde.
Tot ze stilstaan in een bos en de auto ermee stopt. Fay gaat alleen verder en belandt via bijzondere ontmoetingen en een paar verschijningen (zijn dat de slaappillen?) in Metz, waar haar vader drie jaar geleden zelfmoord heeft gepleegd. Iemand die dood wilde en dat nooit liet merken. Het verwerken van haar vaders dood begint een steeds belangrijker thema te worden. In de kathedraal komt alles samen: de aarde beefde en was stil.
Fay verwerkt haar vaders dood op haar eigen manier. Het einde is geniaal.
Deze roadtrip beslaat zes dagen en wordt in 25 hoofdstukken verteld. De tweede dag beslaat de meeste (acht) hoofdstukken.
Het boek is geschreven in de ik-vorm, in de verleden tijd. Fay kijkt terug op dit avontuur samen met haar neef. Dit perspectief werkt erg goed, vanaf het begin leef je mee in de gedachten en gedragingen van deze tiener, versterkt door het jeugdige taalgebruik:
- Ik had mijn ontroering weggeslikt met bier, dat ging goed want ik vind bier niet speciaal lekker, het is voor mij een drankje om dingen mee weg te spoelen (p. 85)
- Elvin is soms een blije eikel, en dat is best grappig, want hij kan zomaar veranderen in een boos en rancuneus mannetje vol zwarte gedachten. Elvin is een natuurverschijnsel (p. 85)
- ‘Nou effe niet, niffo, ik ben die kankerstokken zat!’ (p. 90, als neef Elvin weer een sigaret opsteekt)
Een paar keer verwijst Fay ineens verrassend naar het verhaal dat ze aan het vertellen is:
- Gewoon opschrijven hoe het was (p. 179)
- ‘Ik weet dingen. En het moet, voor het verhaal. Snap dat dan.’ (p. 242)
Er staan prachtige zinnen in dit boek:
- Ik wist dat hij geen Instagram, Facebook en Snapchat had. Hij heeft geen digitaal leven nodig voor zijn ijdelheid, die is volledig zelfvoorzienend (p. 62)
- Muziek moet tot het hart doordringen en bij mij gaat dat gemakkelijk want ik heb daar een gaatje (p. 172) (Fay heeft een gaatje in haar hart, vertelt ze ons al op de eerste pagina)
- De paniek sloeg toe, sprong op mijn rug en schreeuwde in mijn oor (p. 229)
Fay is soms wel erg wijs voor haar 17 jaar, alhoewel het feit dat ze gymnasium doet enigszins haar slimme geest, maar niet helemaal deze levenswijsheid, verklaart. Terugdenkend aan toen ik zelf op het gymnasium zat, kan ik mij niet voorstellen dat ik levenswijsheden als deze verkondigde:
- Excuses zijn overschatte dingen, wie excuses aanbiedt voor iets heeft het zichzelf al vergeven en vraagt alleen bevestiging om er vanaf te zijn (p. 78)
- Walging is de luxe van hen die kunnen weglopen (p. 124)
- Het is gestoord om te zien wat mensen doen om hun verlies van waardigheid te verdonkeremanen (p. 124)
Het maakt het boek niet minder mooi. Er gebeuren wel meer surrealistische dingen, zoals de verschijningen aan Fay van koekverkoper René, Grijze Gijs uit de verhalen van haar vader en kopiist Rogier uit de 16e eeuw. Het verhaal van de kopiist had van mij wel wat korter gemogen.
De titel wordt aan het einde verklaard, maar blijft wat ongemakkelijk. De vergelijking die wordt gemaakt met stro en strovuur lijkt tegenstrijdig. Maar dat kan aan mij liggen.
Een klassieke roadtrip vol wilde avonturen en met een originele twist waar je als lezer lekker in meegezogen wordt. Maar wel met een serieus thema dat (voor Fay) steeds belangrijker wordt. En met een prachtig einde.
2
Reageer op deze recensie