Lezersrecensie
Gedachtenlabyrint
144 We hadden een platte aarde. We maakten haar rond, dachten, bewèzen haar rond. En nu heb ik er een dagtaak aan om haar weer plat te maken. Dat is toch handiger.
Een jaartal wordt niet genoemd maar op een gegeven moment is er sprake van een explosie in een kruitmagazijn in Delft. Dat was in 1654.
De jonge cartograaf Paulus vertrekt uit het Duitse Husum naar Amsterdam. Vindt daar werk bij de beroemde Joan Blaeu. Het hele boek zitten we in het gedachtenlabyrint van Paulus. Nauwelijks dialogen. Wel mooie observaties. De sfeer van die tijd is voelbaar. Verwacht niet te veel plotontwikkeling. 3,5*
De liefde die hij opvat voor de oudere Catharina is aandoenlijk. De liefde bedrijven wordt bijzonder verwoord:
210 In dat zachte, diffuse licht zie ik haar blik, eerst nog vrolijk, spottend bijna, geleidelijk aan ernstig worden, soms sluit ze haar ogen zelfs even, alsof opperste concentratie gevraagd is of alsof wat er gebeurt bijna onverdraaglijk is, maar wat is er dan onverdraaglijk, pijn is het niet, de intensiteit misschien, het besef dat wat plaatsvindt plaats moet vinden, geen uitstel verdraagt, het moet nu en het moet goed, ik weet het niet maar ik begrijp het, ik voel hetzelfde. […] De loom- en tevredenheid strekt zich uit in onze ledematen, we liggen naast elkaar, kijken naar het plafond en zwijgen. Er is bedreven, het is gelukt, we zijn moe.
Een jaartal wordt niet genoemd maar op een gegeven moment is er sprake van een explosie in een kruitmagazijn in Delft. Dat was in 1654.
De jonge cartograaf Paulus vertrekt uit het Duitse Husum naar Amsterdam. Vindt daar werk bij de beroemde Joan Blaeu. Het hele boek zitten we in het gedachtenlabyrint van Paulus. Nauwelijks dialogen. Wel mooie observaties. De sfeer van die tijd is voelbaar. Verwacht niet te veel plotontwikkeling. 3,5*
De liefde die hij opvat voor de oudere Catharina is aandoenlijk. De liefde bedrijven wordt bijzonder verwoord:
210 In dat zachte, diffuse licht zie ik haar blik, eerst nog vrolijk, spottend bijna, geleidelijk aan ernstig worden, soms sluit ze haar ogen zelfs even, alsof opperste concentratie gevraagd is of alsof wat er gebeurt bijna onverdraaglijk is, maar wat is er dan onverdraaglijk, pijn is het niet, de intensiteit misschien, het besef dat wat plaatsvindt plaats moet vinden, geen uitstel verdraagt, het moet nu en het moet goed, ik weet het niet maar ik begrijp het, ik voel hetzelfde. […] De loom- en tevredenheid strekt zich uit in onze ledematen, we liggen naast elkaar, kijken naar het plafond en zwijgen. Er is bedreven, het is gelukt, we zijn moe.
1
Reageer op deze recensie
