Kleurrijke personages en heerlijke baksels

Jenny Colgan (1972) is inmiddels een gevestigde naam binnen het feelgoodgenre. Na de ‘Mure’-serie over de bewoners van een fictief Schots eiland, heeft ze een tweede serie geschreven over de bewoners van een getijdeneiland voor de kust van Cornwall. Beide series kenmerken zich door de bijzondere personages en door de toevoeging van beschrijvingen van heerlijke baksels, waarvan de recepten terug te vinden zijn achter in de boeken.

In de driedelige serie ‘De kleine bakkerij’ (‘Beach street’-serie) is Zomer in de kleine bakkerij (2020) het tweede deel. De oorspronkelijke titel is Summer at the Little Beach Street Bakery (2019) en het is vertaald vanuit het Engels door Elise Kuip.

Polly heeft het naar haar zin op Mount Polbearne. De bakkerij draait goed, ze heeft Jayden en Flora die voor haar werken en ze woont met Huckle en papegaaiduiker Neil in de vuurtoren. Wanneer de eigenaresse Mevrouw Manse overlijdt, gaat ineens alles mis. De zus erft de bakkerijen en stuurt haar zoon Malcolm naar het eiland om die te beheren. Het is geen succes: Polly mag niet meer bakken, maar moet tegen haar zin fabrieksbrood gaan verkopen. En wanneer ze wordt betrapt met Neil in de bakkerij, wordt ze ook nog ontslagen.

Voor de lezer is het is een feestje om terug keren naar Mount Polbearne en weer mee te mogen te leven met de bijzondere personages die Colgan heeft bedacht. De hoofdrolspelers uit het eerste deel Polly en Huckle, de vrienden Reuben en Kerensa en de vissers zijn weer aanwezig. Maar er komen ook nieuwe eilanders in het verhaal zoals Dubose, de broer van Huckle, Selina, de weduwe van Tarnie en Malcolm, de nieuwe manager. Iedereen heeft zo zijn eigen zorgen, maar vooral voor Polly staat er veel op het spel. Gelukkig is zij inventief en bedenkt een briljante oplossing voor haar problemen en helpt tussendoor ook nog anderen.

Net als in het eerste deel wordt de lezer vanaf het begin weer onderdeel van het verhaal. De beschrijvingen van de omgeving en de kleurrijke bewoners brengen het fictieve eiland tot leven. De personages zijn goed neergezet en krijgen in dit deel meer uitwerking, met name bij Polly is er een groei te ontdekken. Haar zorgen zijn herkenbaar en daardoor is het gemakkelijk om als lezer met haar mee te leven. Ook van Huckle krijgen we meer te zien. Hij tobt met zijn eigen problemen als hij terug moet naar Amerika om de familieboerderij te redden. Hij moet lastige keuzes maken en als lezer voel je zijn tweestrijd. De andere personen hebben duidelijke karakters maar krijgen wat minder diepgang, toch zijn zij van belang voor het verhaal en zorgen voor veel afwisseling.

Wie bekend is met de boeken van Jenny Colgan, weet dat ze een heerlijke luchtige schrijfstijl heeft die ook in dit boek weer geheel tot z’n recht komt. De hoofdstukken zijn niet te lang en er gebeurt veel. Er zit een hoop humor verwerkt in het verhaal en de bewoners van het eiland maken genoeg mee voor een flinke portie drama, vooral als het weer zich van zijn slechtste kant laat zien. De spanning stijgt als een enorme storm over Cornwall en het eiland raast, en ze met z’n allen voor een grote uitdaging komen te staan. Dan blijkt hoe groot de samenhorigheid bij de eilanders is. Hiermee laat Colgan zien dat ze niet alleen luchtige verhalen kan schrijven, maar dat ze ook talent heeft voor realistische spanning en actie.

Zomer in de kleine bakkerij is een echte Jenny Colgan, vol liefde en verwikkelingen en met verschillende wendingen in het verhaal waardoor het vanaf het begin tot het einde boeit en het boek eigenlijk te snel weer uit is. Gelukkig komt er nog een derde deel waarin we opnieuw kunnen genieten van Polly en Huckle, papegaaiduiker Neil en de andere bewoners van Mount Polbearne.