Beklemmend boek

De inwoners van Stad O. leven een rijk leven met grote huizen, overdadige lonen en alle mogelijke vormen van entertainment en luxe. Voor wie buiten de stad woont, neemt de armoede alleen maar toe. Bethe en Tobias wonen in Stad O., omdat Tobias voor de fabriek werkt waarvoor de stad gebouwd werd. Hun leven voelt zorgeloos en gemakkelijk aan, totdat Bethe ontdekt dat er onverklaarbare dingen gebeuren. Ze trekt op onderzoek uit maar ontdekt in plaats van antwoorden vooral geheimen, angst en onwil. Stad O. is welvarend, ja, maar is het er ook veilig?

Stad O. lijkt een utopische woonplaats, maar het leven binnen de stad voelt al snel beklemmend aan. Dat ondervindt vooral Bethe. Ze leidt samen met haar man Tobias een luxeleven. Ze doen hun job graag, verdienen bakken geld en hebben een hechte vriendengroep. Na het plotselinge vertrek van twee van hun vrienden, ontstaan er barstjes in de overtuiging van Bethe. Ze gaat zich vragen stellen. Vragen waarvan men niet wil dat ze zich die stelt.

Is Stad O. zo veilig als het lijkt? Is het leven er echt goed? Is dit een plek om kinderen op te voeden?

Tobias en Bethe komen lijnrecht tegenover elkaar te staan. Tobias werkt voor Martha en wil loyaal zijn, hun leven houden zoals het is. Hij vindt de mening van anderen belangrijk en wil niet dat ze uit de boot vallen. Bethe wil echter antwoorden, ook al dreigt ze hun relatie daarmee onderuit te halen en is het mogelijk dat iedereen zich tegen haar zal keren. Ze wil niet blind meegaan in een systeem dat hen misschien van alles voorliegt.

‘Stad O.’ geeft je als lezer de ruimte om je eigen standpunt te vormen, om zowel de kant van Bethe als die van Tobias te begrijpen. Hun zoektocht, hun twijfels, hun discussies en hun liefde bieden voldoende stof tot nadenken. Het einde is sterk en passend, al geef ik er persoonlijk de voorkeur aan dat zaken uitgesproken worden in plaats van aan de verbeelding overgelaten.