Lezersrecensie
Een vos die nog altijd bijt
“Van den vos Reynaerde geldt als hét meesterwerk van onze middeleeuwse letterkunde – en misschien wel van de hele Nederlandse literatuur,” schrijft Frits van Oostrum in De Reynaert, leven met een middeleeuws meesterwerk. En terecht: deze satire op macht, hypocrisie en menselijke domheid blijft al eeuwen bijtend actueel. De sluwe vos die zijn rechters en vijanden te slim af is, blijkt een spiegel van de samenleving — toen én nu. Dat bewijst Harrie Geelen overtuigend met zijn sprankelende, geestige en virtuoze hervertelling De zaak Reinaerd Vos.
Een juridische thriller vol listen
Geelen, die kort voor het verschijnen van dit boek overleed, bewerkte de middeleeuwse tekst tot een eigentijdse rechtszaak. Het lijkt wel een juridische thriller. Reinaerd wordt aangeklaagd voor een indrukwekkende lijst misdaden – van diefstal en verkrachting tot moord – maar weet telkens aan veroordeling te ontsnappen door pure sluwheid. Geelen giet het verhaal in de vorm van een proces, compleet met getuigen, biechtmomenten en retorische hoogstandjes. De vos is niet alleen een bedrieger, maar ook een geboren advocaat. De titel van zijn verhaal luidt niet voor niets De zaak Reinaerd Vos.
Recht als theater
In de inleiding schetst historicus Jan de Putter het rechtsgevoel van de middeleeuwen: “Kenmerkend voor het middeleeuwse recht was dat het meer gericht was op het herstel van de goede betrekkingen, op verzoening tussen daders en slachtoffers dan op bestraffing.” Het hof van koning Nobel wordt bij Geelen een toneel van machtsspelletjes, ijdelheid en bedrog — een spiegel van een chaotische wereldorde. Recht en waarheid zijn er rekbaar; wie het hardst roept of het slimst spreekt, wint. Die context maakt Geelens bewerking extra rijk en actueel: hij toont hoe dun de grens is tussen recht en manipulatie, tussen moraal en macht.
Geelen koos met De zaak Reinaerd Vos voor een vertaling en bewerking die de oorspronkelijke verhaallijn respecteert, maar die hij verpakt als een “rechtszaak” tegen Reinaerd. De tekst is verrijkt met zijn eigen ritmische, rijmende taal en talrijke illustraties. Hij speelt met perspectieven en laat de lezer nadenken over schuld en waarheid, maar met een luchtige, humoristische toon.
Taal die vonkt en schuurt
Geelen baseerde zich op de editie van Ingrid Biesheuvel en Frits van Oostrum, maar vertaalt met een ontembare vrijheid en flair. Waar de Middelnederlandse tekst soms afstandelijk klinkt, spat bij Geelen het plezier van de pagina. Dan is het natuurlijk leuk om de teksten naast elkaar te leggen. Neem bijvoorbeeld Ysengrijns aanklacht tegen Reinaert. In het origineel luidt het:
“Hi hevet miin wijf verhoert / ende mine kindre so mesvoert / dat hi se beseekede daer si laghen, / datter twee noint meer ne saghen / ende si werden stareblent.”
Geelen maakt daar van:
“Hij maakte van mijn vrouw een slet / en heeft de kinderen (naast haar in bed) / ter plekke in het gezicht gezeken; / twee zijn nóg blind, zeg maar steke, / zullen nooit meer kunnen zien.”
Grof, ja — maar ook levendig, ritmisch en vol klankplezier. Geelen weet het gevoel van de Middelnederlandse taal te behouden en tegelijk te moderniseren. De Middelnederlandse tekst is geschreven in rijmende verzen, gepaard rijm, aa bb cc. Geelen houdt zich daar grotendeels aan, maar niet slaafs. Zijn taal rijmt, zingt, vloekt en dartelt. Hij speelt met binnenrijm en klankrijm, wisselt registers, en laat zelfs het hondje Cortoy in quasi-deftig “hoog Fransoois” praten: “Oe íj een wientèr aast krèpeerde.” Zo wordt taal zelf een toneel van sociale rollen en komische pretenties.
Illustraties met tanden
Wanneer de kater Tybeert afgetuigd wordt door de naakte pastoor (die kinderen heeft! Celibaat?) maakt hij de pastoor te schande “met zijn klauwtjes en zijn tanden: / hij beet af dat ene ding / dat laag tussen de benen hing / in die buidel zonder naad, werkzaam als de beiaard slaat / dat ding rolde over de vloer.” (…) “” Heeft meneer nou zo veel hinder / van zegge en schrijver één klepel minder” (…) “wacht maar af: bijzonder snel / klept het angelus wonderwel / ook al is één klok vertrokken.” Je ziet het voor je. Dolkomisch En een paar bladzijden verder zie je dat Tybeert op het hof aankomt en een teelbal voor zich uit duwt, zoals je een kat ziet spelen met een bolletje wol. De taal is theatraal en dat geldt ook voor de tekeningen van Geelen. Kijk maar eens naar de prachtige prent waarop Cantecleer met veel misbaar zijn dochter Coppe op een brancard begeleidt. Dit is pure beeldpoëzie met venijn. De illustraties versterken de satire en maken de domheid, wreedheid of zelfgenoegzaamheid van de dieren extra zichtbaar
Ritme en spanning
Opvallend is Geelens strakke compositie. Hij breekt de tekst in korte blokken, versnelt het verteltempo en eindigt vaak met een cliffhanger. Zo krijgt de middeleeuwse satire de vaart van een moderne rechtbankthriller. De taal blijft ritmisch en compact; de ironie scherp.
En dan de morele spreuken waarmee het verhaal eindigt. In het Middelnederlands luiden ze:
“So meer ghezworen, so meer verloren”
“Doet wel ende wijsheit groot / ende slaect huwen rauwe een deel.”
Geelen vertaalt dat eigentijds, maar met behoud van rijm en wijsheid:
“naarmate je zweert gaat meer verkeerd”
“Wees wijs, denk na, denk breed, denk groot, / hou uw rouw in het gareel.”
Een levende klassieker
Harrie Geelen heeft Van den vos Reynaerde niet zomaar vertaald, maar herschapen. Hij toont dat list en hypocrisie van alle tijden zijn, en dat humor het scherpste wapen blijft tegen macht. Zijn bewerking is speels én kritisch, literair én volks, grof én geniaal.
Reynaerd lacht ons nog steeds recht in het gezicht uit. De vos bijt nog altijd.
—
Voor het eerst gepubliceerd op Boekenkrant.com
Leesadvies voor jongeren
Slim, brutaal en boordevol humor: De zaak Reinaerd Vos laat zien hoe een vos zelfs de koning te slim af is. Taal vol vaart, spanning als in een rechtszaak – en spot met macht en domheid. Lees hoe list het wint van spierballen!
Een juridische thriller vol listen
Geelen, die kort voor het verschijnen van dit boek overleed, bewerkte de middeleeuwse tekst tot een eigentijdse rechtszaak. Het lijkt wel een juridische thriller. Reinaerd wordt aangeklaagd voor een indrukwekkende lijst misdaden – van diefstal en verkrachting tot moord – maar weet telkens aan veroordeling te ontsnappen door pure sluwheid. Geelen giet het verhaal in de vorm van een proces, compleet met getuigen, biechtmomenten en retorische hoogstandjes. De vos is niet alleen een bedrieger, maar ook een geboren advocaat. De titel van zijn verhaal luidt niet voor niets De zaak Reinaerd Vos.
Recht als theater
In de inleiding schetst historicus Jan de Putter het rechtsgevoel van de middeleeuwen: “Kenmerkend voor het middeleeuwse recht was dat het meer gericht was op het herstel van de goede betrekkingen, op verzoening tussen daders en slachtoffers dan op bestraffing.” Het hof van koning Nobel wordt bij Geelen een toneel van machtsspelletjes, ijdelheid en bedrog — een spiegel van een chaotische wereldorde. Recht en waarheid zijn er rekbaar; wie het hardst roept of het slimst spreekt, wint. Die context maakt Geelens bewerking extra rijk en actueel: hij toont hoe dun de grens is tussen recht en manipulatie, tussen moraal en macht.
Geelen koos met De zaak Reinaerd Vos voor een vertaling en bewerking die de oorspronkelijke verhaallijn respecteert, maar die hij verpakt als een “rechtszaak” tegen Reinaerd. De tekst is verrijkt met zijn eigen ritmische, rijmende taal en talrijke illustraties. Hij speelt met perspectieven en laat de lezer nadenken over schuld en waarheid, maar met een luchtige, humoristische toon.
Taal die vonkt en schuurt
Geelen baseerde zich op de editie van Ingrid Biesheuvel en Frits van Oostrum, maar vertaalt met een ontembare vrijheid en flair. Waar de Middelnederlandse tekst soms afstandelijk klinkt, spat bij Geelen het plezier van de pagina. Dan is het natuurlijk leuk om de teksten naast elkaar te leggen. Neem bijvoorbeeld Ysengrijns aanklacht tegen Reinaert. In het origineel luidt het:
“Hi hevet miin wijf verhoert / ende mine kindre so mesvoert / dat hi se beseekede daer si laghen, / datter twee noint meer ne saghen / ende si werden stareblent.”
Geelen maakt daar van:
“Hij maakte van mijn vrouw een slet / en heeft de kinderen (naast haar in bed) / ter plekke in het gezicht gezeken; / twee zijn nóg blind, zeg maar steke, / zullen nooit meer kunnen zien.”
Grof, ja — maar ook levendig, ritmisch en vol klankplezier. Geelen weet het gevoel van de Middelnederlandse taal te behouden en tegelijk te moderniseren. De Middelnederlandse tekst is geschreven in rijmende verzen, gepaard rijm, aa bb cc. Geelen houdt zich daar grotendeels aan, maar niet slaafs. Zijn taal rijmt, zingt, vloekt en dartelt. Hij speelt met binnenrijm en klankrijm, wisselt registers, en laat zelfs het hondje Cortoy in quasi-deftig “hoog Fransoois” praten: “Oe íj een wientèr aast krèpeerde.” Zo wordt taal zelf een toneel van sociale rollen en komische pretenties.
Illustraties met tanden
Wanneer de kater Tybeert afgetuigd wordt door de naakte pastoor (die kinderen heeft! Celibaat?) maakt hij de pastoor te schande “met zijn klauwtjes en zijn tanden: / hij beet af dat ene ding / dat laag tussen de benen hing / in die buidel zonder naad, werkzaam als de beiaard slaat / dat ding rolde over de vloer.” (…) “” Heeft meneer nou zo veel hinder / van zegge en schrijver één klepel minder” (…) “wacht maar af: bijzonder snel / klept het angelus wonderwel / ook al is één klok vertrokken.” Je ziet het voor je. Dolkomisch En een paar bladzijden verder zie je dat Tybeert op het hof aankomt en een teelbal voor zich uit duwt, zoals je een kat ziet spelen met een bolletje wol. De taal is theatraal en dat geldt ook voor de tekeningen van Geelen. Kijk maar eens naar de prachtige prent waarop Cantecleer met veel misbaar zijn dochter Coppe op een brancard begeleidt. Dit is pure beeldpoëzie met venijn. De illustraties versterken de satire en maken de domheid, wreedheid of zelfgenoegzaamheid van de dieren extra zichtbaar
Ritme en spanning
Opvallend is Geelens strakke compositie. Hij breekt de tekst in korte blokken, versnelt het verteltempo en eindigt vaak met een cliffhanger. Zo krijgt de middeleeuwse satire de vaart van een moderne rechtbankthriller. De taal blijft ritmisch en compact; de ironie scherp.
En dan de morele spreuken waarmee het verhaal eindigt. In het Middelnederlands luiden ze:
“So meer ghezworen, so meer verloren”
“Doet wel ende wijsheit groot / ende slaect huwen rauwe een deel.”
Geelen vertaalt dat eigentijds, maar met behoud van rijm en wijsheid:
“naarmate je zweert gaat meer verkeerd”
“Wees wijs, denk na, denk breed, denk groot, / hou uw rouw in het gareel.”
Een levende klassieker
Harrie Geelen heeft Van den vos Reynaerde niet zomaar vertaald, maar herschapen. Hij toont dat list en hypocrisie van alle tijden zijn, en dat humor het scherpste wapen blijft tegen macht. Zijn bewerking is speels én kritisch, literair én volks, grof én geniaal.
Reynaerd lacht ons nog steeds recht in het gezicht uit. De vos bijt nog altijd.
—
Voor het eerst gepubliceerd op Boekenkrant.com
Leesadvies voor jongeren
Slim, brutaal en boordevol humor: De zaak Reinaerd Vos laat zien hoe een vos zelfs de koning te slim af is. Taal vol vaart, spanning als in een rechtszaak – en spot met macht en domheid. Lees hoe list het wint van spierballen!
1
Reageer op deze recensie