Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Salters laatste roman, vol van weemoedige passie

Nico van der Sijde 13 februari 2016
Ik ben een enorme fan van Salter, vooral van zijn twee verhalenbundels. Ook zijn romans vind ik ruimschoots de moeite: "A sport and a pastime" en "Light years" vooral, maar ook "Cassada" en "Solo faces" vond ik heel redelijk. Dus was ik wel benieuwd naar "All that is", zijn nieuwste, dikste en vermoedelijk laatste roman (want Salter is nu 88). En ik ben bepaald niet teleurgesteld.

In veel recensies zag ik de kritiek dat dit boek maar geen roman wil worden, en dat is inderdaad wel zo: er is geen strakke plot, en het verhaal dwaalt op allerlei momenten ineens associatief af naar bijzaken of bijfiguren. Soms wordt het boek daar vrij chaotisch en vormloos van. Maar aan de andere kant staat het boek wel vol met van die ongelofelijk prachtige Salter-zinnen, waarin hele werelden van passie, verlangen en weemoed opgroepen worden in twee regels. En ook al die afdwalingen vond ik uiteindelijk heel functioneel: ten eerste omdat ze zo mooi zijn geschreven, maar ook omdat ze bijdragen aan een sfeer van weemoed. Het leven is een droom, zegt Salter al vroeg, alles gaat voorbij, ons leven heeft geen plan en geen doel: alles in ons leven dwaalt af. Dat ziet de lezer dan mooi terug in het dwalende leven van de hoofdfiguur, Philip Bowman. Maar misschien nog wel mooier in al die passages waarin de verteller afdwaalt van dit dwalende leven. Over die weemoed produceert Salter echt de ene prachtpassage na de andere. Zoals de volgende, over Philips moeder: "Beatrice, perhaps because of her fathers death, which she remembered clearly, had a certain lingering dread of the fall. There was a time, usually late in August, when summer struck the trees with dazzling power and they were rich with leaves but then became, suddenly one day, strangely still, as if in expectation and at that moment aware. They knew. Everything knew, the beetles, the frogs, the crows solemny walking across the lawn. The sun was at its zenith and embraced the world, but it was ending, all that one loved was at risk".

Mooi in deze passage vind ik niet alleen de weemoed, het voorgevoel van het nakende einde, maar ook de passie: het beeld van de zon die de wereld omhelst, en de 'dazzling power' van de zomer. Een passie die des te schrijnender en intenser wordt door de weemoed en het gevoel dat alles voorbijgaand is. Want alle schoonheid die je ziet, zul je heel binnenkort niet meer zien. Omgekeerd ook een weemoed die des te intenser is door de passie: hij is zo mooi soms, die wereld waarvan we voortdurend afscheid nemen, en dat maakt het afscheid zo moeilijk. Weemoed en passie die elkaar versterken dus: ik vind Salter daar echt meesterlijk in. Hij is trouwens ook erg goed in zinnen puur over woeste passie die de grenzen van het zelfbehoud overschrijdt. Bijvoorbeeld: "His old, fettered life was behind him, it had been transformed as if bij some revelation. They had made love as if it were a violent crime, he was holding her by the waist, half woman, half vase, adding weight to the act. She was crying in agony, like a dog near death. They collapsed as if stricken." Intrigerend in die passage vind ik trouwens ook hoe zijn geliefde een soort kunstvoorwerp wordt (een vaas) terwijl de passie duidelijk ook redelijk beestachtig is: hogere vervoering ('revelation') wordt opgewekt door dierlijke geilheid ('a dog near death'). Schitterend vind ik dat. En ook is Salter erg goed in zinnen over vervoering, over hoe je door liefde en erotiek als het ware in een andere wereld terecht komt. Bijvoorbeeld: "When she said good-bye, it was like a play ending. It was like the theater and coming out again to the streets. He saw his reflection in many windows as he passed and stopped to make measure of himself. He felt in possession of the city, not the Victorian city with its dark wood interiors and milky marble halls, the tall red buses that lurched by, endless windows and doors, but another city, visible yet unimagined".

Mooi hoe Bowman door zijn vervoering zich als het ware even in een totaal 'ander' Londen waant: een Londen dat alleen bestaat in verbeelding en schone kunst. Mooi ook hoe hij in bijzinnen TOCH even ook de kern van het echte Londen poogt te vangen. Prachtig hoe hij, terwijl hij zich voor even bezitter waant van het 'andere' Londen, tegelijk ook een ondertoon van weemoed lijkt te voelen: het afscheid ('good-bye'), de sfeer van een 'play ending', de bedrieglijke voorbijgaande reflectie van zijn gezicht in vele ruiten. Geweldig eigenlijk hoe iemand van 88 zoveel vonkende passie weet te verweven in zo'n weemoedig boek. En ja, van die weemoed wordt een mens weemoedig, maar tegelijk werd ik helemaal vrolijk van al die passie en vooral vanwege al die prachtige zinnen die Salter 300 bladzijden lang uit zijn mouw schudt. Jammer dat dit vermoedelijk zijn laatste boek is. Mooi dat hij dit boek op zijn 88e nog heeft kunnen schrijven. Blij dat ik het gelezen heb.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Nico van der Sijde

Gesponsord

Deze thriller trekt je razendsnel mee in een complot met onbetrouwbare staatslieden met hun eigen agenda's, internationale conflicten en hoogoplopende bedreigingen voor de samenleving.