Meer dan 6,7 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Borges is mijn held, en wel hierom

Nico van der Sijde 13 februari 2016
Borges schreef alleen verhalen, gedichten, essays, en geen romans, maar in een paar regels haalt hij meer overhoop dan anderen in tien romans. Dat komt omdat hij een hele bibliotheek in zijn hoofd heeft, waaruit hij voortdurend achteloos citeert. Maar het komt vooral door zijn combinatie van twijfel en verwondering: twijfel aan alle waarheden en ordeningen, en daardoor verwondering over het raadsel van het bestaan. Elk fenomeen is bij Borges een onoplosbaar en ook nog eens veranderlijk raadsel; elke uitspraak over dat fenomeen is volgens Borges niets meer dan een speculatie, die weliswaar mooi en vernuftig kan zijn maar die ook per definitie NOOIT de kern kan raken. Sterker nog: misschien is de wereld (en ook ons eigen ik) niets meer dan een droom van een krankzinnige god, of een illusie zonder duidelijke bron (zo onduidelijk dat ik niet eens zeker weet of die illusie wel echt in MIJN hoofd zit, want mijn hoofd is misschien ook een illusie), of een toevallige passage in een gedroomd boek waarvan de auteur onbekend is. En wie zegt bijvoorbeeld dat een spiegelbeeld van mij niet evenveel realiteitsgehalte heeft als ikzelf? 'Jahaa, mijn gezicht is echt en het spiegelbeeld niet!', denk je dan, maar Borges vraagt hoe zeker je weet dat jouw gelaat echter is dan het spiegelbeeld. Hoe weet ik als ik een vlinder droom, dat het niet die vlinder is die mij droomt? 'Ik besta', denk ik, maar weet ik wel zeker dat ik het ben die dat denkt? En zo roept Borges in elk verhaal steeds weer een prachtig soort droomsfeer vol vragen op, die oneindig rijk is juist OMDAT niets een definitieve vorm heeft.

Zo heeft hij een verhaal bedacht over ene Funes, die door een ongeluk een extra scherp waarnemingsgsvermogen en een onuitputtelijk geheugen heeft. Hij ziet niet, zoals wij, een boom: hij ziet alle details van die boom (tot elke afzonderlijke bladnerf in elk afzonderlijk blad aan toe), en bovendien elke seconde een andere boom, want hij registreert en onthoudt alle veranderingen, hoe miniem ook. Maar een dergelijke veelheid en veranderlijkheid ontsnapt natuurlijk helemaal aan ons denken en onze taal, want alle definities staan in zo'n veranderlijke en gedetailleerde wereld op losse schroeven. Ook bedacht Borges iemand die meent een Aleph te zien, een beeld waarin alles samenkomt wat gebeurde, gebeurt en gebeuren zal. Maar dat valt zelfs niet weer te geven in een bladzijden lange opsomming, ook al geeft Borges die wel; een opsomming die door zijn onverwachte nevenschikkingen barst van de poezie, maar toch de totaliteit van de Aleph niet KAN omvatten. Want taal, zegt Borges, is niet in staat de veelheid en oneindigheid van de wereld te vatten, en ook niet om een simultaneïteit aan gebeurtenissen te vatten omdat taal niet simultaan doch opeenvolgend is. De verhalen, gedichten en essays van Borges draaien met andere woorden steeds om iets wat zich niet laat vatten in een verhaal, gedicht of essay. Een van zijn mooiste essays heet 'Een nieuwe weerlegging van de tijd'. De paradox van die titel is overduidelijk: als de tijd weerlegd is, heeft ook het woord 'nieuw' zijn betekenis verloren. Ja, de tijd is ongetwijfeld niets meer dan een fictieve menselijke constructie, een ijle droom, maar aan de andere kant is het voor ons onmogelijk te leven zonder die constructie. En precies die dubbelzinnigheid maakt Borges dan voelbaar door de paradoxale titel 'Een nieuwe weerlegging van de tijd.'

Intrigerend is ook zijn verhaal 'De bibliotheek van Babel', waarin hij een oneindige bibliotheek bedenkt met daarin een oneindig aantal boeken. Elk boek, zegt Borges, heeft daarin zijn tegenboek, een boek dus dat het tegendeel beweert. Geen boek is compleet zonder tegenboek. Geen waarheid is dus compleet zonder tegenwaarheid. Maar impliciet zegt hij ook dat elke waarheid, hoe imponerend ogenschijnlijk ook, niets voorstelt temidden van deze oneindige bibliotheek. Een even elegante als relativerende gedachte. En ook een invloedrijke, want die oneindige bibliotheek duikt in allerlei vermommingen bij allerlei Amerikaanse schrijvers op, zoals Auster. De licht surrealistische sfeer trouwens eveneens. Trouwens, giganten als Pamuk, Ozick en Mitchell kennen Borges eveneens op hun duimpje.

Om af te sluiten een mooi en kenmerkend citaat uit de geniale essaybundel De cultus van het boek: 'Muziek, staten van geluk, mythologie, gezichten gevormd door de tijd, bepaalde schemeringen en bepaalde plekken willen ons iets zeggen of hebben iets gezegd dat ons niet had mogen ontgaan, of staan op het punt ons iets te zeggen: die op hande zijnde onthulling, die zich niet voltrekt is, misschien, de esthetische werkelijkheid'. Jahaa, een geweldige passage, o.a. door dat woordje 'misschien'. In elk geval een passage die ik zelf heel kenmerkend vind voor Borges: via mijmerende en omtrekkende bewegingen wordt een beeld opgeroepen van 'iets', dat 'iets' is dan vol belofte, maar het ontsnapt ons. Waarna ons niets anders overblijft dan te mijmeren en te dromen.....

Kortom: lees Borges!

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Nico van der Sijde