Meer dan 6,5 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Zoeken naar de mens van Gogh en herstel van Rachel’s eer en die van Joseph Ginoux

wemkok 29 juni 2025
Bernadette Murphy is kunsthistorica en een geduldig onderzoeker die ergens in 2009 haar baan opgaf en op zoek ging naar wat haar werkelijk interesseerde: de geschiedenis van Vincent Van Gogh en de toedracht van zijn afgesneden linker oor op 23 december 1888. Met haar kennis van de Provence en eerdere ervaring hoe ze de Franse archieven moet benaderen stelde ze een dossier samen van de toenmalige personen in Arles, die aanwezig waren in de tijd dat Vincent Van Gogh er leefde en die iets zouden kunnen bijdragen aan de openstaande vragen die althans voor Bernadette Murphy nog steeds niet beantwoord waren. Dat is haar gelukt met dit boek uit 2016.

In hoofdstuk 3 worden de vragen neergelegd, maar deze worden daar nog niet beantwoord. Daar zijn de volgende 17 hoofdstukken aan gewijd, inclusief de teleurstellingen die Murphy ondergaat. Het Van Gogh museum in Amsterdam helpt haar, en daar ziet ze ook de meeste werken. De openstaande eindjes voelen als cliffhangers, en helaas moet je wel het lijden van Murphy nog een keer doorstaan om de antwoorden te vinden. Dat is echter de enige kritiek die ik heb, de informatie die ze brengt is formidabel ondersteund met een uitgebreid notenapparaat, en heldere uitleg.

Haar eerste vraag betreft de werkelijke grootte van het oortrauma, in de officiële versie van het van Gogh museum was het immers alleen het oorlelletje, zoals de schoonzus Jo Bongers altijd had gezegd en ook anderen hadden beweerd. Hoofdstuk 14 brengt verlichting. Een belangrijk document wordt gevonden, de tekening van dokter Felix Rey - de eerste medisch ooggetuige - zoals hij die in aan Irving Stone had gegeven in 1930 bij diens bezoek aan Frankrijk voor zijn boek over van Gogh. Het was een tekening van het linker oor zoals die was afgesneden, en deze wordt op Murphy’s aandringen teruggevonden in de archieven van Stone zoals die bewaard worden in de Universiteit van Californie, in de Bancroft Library. Hij staat nu afgedrukt in het boek in hoofdstuk 14. De vondst van de tekening zelf is gedaan in Jan 2010.

De tweede vraag (ook in hoofdstuk 3 vermeld) betreft de werkelijke aard van de gebeurtenis op 23 december 1888 zoals verteld in kranten en politierapporten, zoals die door twee psychiaters van het St Remy hospitaal in 1936 is geprobeerd samen te vatten in een wetenschappelijk artikel. Ze probeert de oorspronkelijke krantenartikelen te vinden, maar leest ook het ooggetuigen verslag van de politieagent van dienst, Alphonse Robert, die op verzoek van de psychiaters in sept 1929 nog een keer zijn verhaal doet. Dit verslag volgt dan in hoofdstuk 6, met de naam Rachel die in een krantenartikel staat en de naam Gaby die in het ooggetuigenverslag van de politieagent staat. Via de Franse biografie over Van Gogh door Pierre Leprohon uit 1972 wordt het probleem dan opgelost, waar ergens in een notenapparaat de namen van Gaby en Rachel bij elkaar worden gebracht. Alles in hoofdstuk 6, waar nog een cliffhanger wordt geplaatst naar het werkelijke en prachtige verhaal over deze Gabrielle dat volgt in hoofdstuk 20. Het zou zelfs kunnen zijn dat Vincent deze 19 jarige Rachel eerder had gesproken of gezien, maar dat de sporen of tekeningen hiervan zijn uitgewist.

Een ander deel van deze cliffhanger uit hoofdstuk 3 betreft het werk van Martin Baily, een bekende Van Gogh onderzoeker, die ergens verwijst naar een krantenartikel over het gebeuren, dat destijds was gestuurd naar een vriend van Van Gogh, de Belg Eugene Boch, ook schilder. De eerste vraag was wat er nu precies instond en waarom er zo weinig andere krantenartikelen waren verschenen over het gebeuren, maar Bernadette Murphy krijgt het Belgische krantenknipsel te zien en ook krijgt ze berichten uit meer lokale kranten uit die tijd boven tafel. Alles staat daarover in hoofdstuk 15. Het beeld van de avond wordt duidelijker, met de vermelding van het scheermes en waar het lag toen de politie de volgende dag in de woning Vincent aantrof in zijn bed, in foetushouding opgerold. Ook de woorden waarmee Van Gogh zijn oor aanbood aan Rachel worden beschreven, en als Bijbels geinterpreteerd.

Tussendoor geeft Murphy informatie over het verblijf van Van Gogh in Arles toen hij daar net aankwam, zijn contact met de Deense schilder Christian Mourret-Petersen die ook fotograaf was en mogelijk dus ook nog foto’s heeft gemaakt van zijn verblijf met Vincent in Arles- Bernadette Murphy komt erachter dat diens schoondochter in Denemarken die heeft verkocht op veilingen - en zijn plan om te gaan wonen in het gele huis in Arles, wat hij vanaf september 1888 deed en waarna Gauguin hem kwam vergezellen eind oktober 1888.

Ze draait het beeld van Van Gogh naar iemand die een soort verering kon voelen voor het voortbrengen van leven, in de natuur met de Zaaier, maar ook voor sommige types vrouwen zoals de vrouw van postbode Roulin met wie hij bevriend was geraakt. Hij wil dan de hele familie schilderen en bedenkt dat hij met een schilderij als ‘La Berceuse’ het gevoel kan benaderen die iedere visser aangrijpt als hij alleen op zee is. Het is een eenvoudige vrouw maar een vrouw die vol is van leven en haar kind wiegt. Vincent heeft er overigens 7 versies van gemaakt, onder andere een die hij aan mevrouw Roulin had beloofd. Het zijn complexe uitdrukkingen van de kleuren en de versieringen op de achtergrond, zoals die eigenlijk tussen zonnebloemen opgehangen moest worden als een triptiek.

De hoofdstukken 11 tot 13 gaan in op de betekenis van Gauguin en diens getuigenissen. Hoofdstuk 11 gaat over de verwikkelingen in het gele huis tussen Gauguin en Van Gogh, met het bezoek eind november aan museum Fabre in Montpellier waarna Vincent blijkbaar steeds meer geagiteerd werd in discussie met Gauguin. Gauguin heeft een schetsboek van die tijd waarin hij ook de woorden schreef die mogelijk in de tijd of op een avond door Vincent zijn gebrabbeld. En hij schreef de woorden die Vincent op de muur kalkte, met krijt, Je suis sain d’esprit, je suis Le Saint- Esprit.
Aan het eind van hoofdstuk 12 over Gauguin raakt ze op drift, ze herinterpreteert Gauguins eigen biografie die hij jaren later schreef, gebruikt daarbij het schetsboek van Gauguin waarbij die als het ware de toestand van Vincent beschrijft in de woorden die hij gebruikt, en vermoedt daarom dat Gauguin wel bij de scène van het oor is geweest op 23 december. Deze interpretatie van het schetsboek is denk ik nieuw, lastig te bewijzen, maar wel intuïtief sterk.
In hoofdstuk 13 is er het verslag wat Gauguin aan Emile Bernard uitbracht, 4 dagen na het vertrek van Gauguin uit Arles, op P 151 . In dit verhaal ontbreekt het scheermes dat Vincent al bij zich gehad zou hebben toen hij die avond na het eten Gauguin in het plantsoen voor het gele huis achterna gelopen was, en daarna weer teruggekeerd was naar het gele huis. Het feit dat Gauguin dit mes later toevoegt maakt dat hij meer reden had om naar een hotel te gaan en zich te beschermen. Zijn verslag is op een paar punten ook niet juist, hij zou na de vroege avondmaaltijd naar het hotel zijn gegaan, wat al ruim voor 22 uur zou moeten hebben zijn geweest, maar de tijd die hij zelf aangeeft is 22 uur en dat hij 5 uur later om 3 uur nog niet in slaap is gevallen. Bernadette Murphy denkt dat Gauguin naar de buurt van de prostituée was geroepen om daar zijn vriend te helpen. Maar dat hij dat vervolgens niet kon of durfde. Zelf besloot hij dat het beter was dat Vincent hem niet meer zag, omdat hij kennelijk dacht dat hij daaraan schuld had of dat hij een aanval kon uitlokken.
Vincent zelf vergeleek enkele maanden na het gebeuren het gedrag van Gauguin met dat van een personage uit Tartarin sur les Alpes van Alphonse Daudet, waarin de held Tartarin die een lang touw vasthoudt in de bergen voor zijn vriend Bompard niet van zijn vriend Bompard op aan kan.

In Hoofdstuk 18 herstelt Bernadette Murphy ook nog de eer van Joseph Ginoux, de uitbater van Gafe de la Gare waar Vincent eerder een goede band mee had en er ook enige tijd had geslapen voordat hij het gele huis kon betrekken. Vincent had zijn vrouw Marie Ginoux geschilderd als Arlesienne. Ook hier weet Bernadette de lijst met petitie aanvragers uit Arles te onderzoeken, er staan 30 personen op maar niet Joseph Ginoux, zoals Gayford dacht te zien, maar Joseph Ginon. Dat kan ze bewijzen met de echte handtekening van Ginoux, zoals die in aktes was te vinden. Als ze 28 van de 30 handtekeningen heeft weten te achterhalen met vergelijkingen met archief handtekeningen, wordt een nieuw verhaal zichtbaar: de petitie om Vincent Van Gogh niet meer terug te laten keren naar het gele huis na zijn crisis is het initiatief van de verhuurder van het pand Bernard Soule, die direct na Vincent opname een andere huurder op het oog had en al een contract gesloten had. De petitie lag waarschijnlijk op de toonbank bij de Cremoulins, de kruidenierszaak ernaast, die ook tekenden, omdat zij bevriend waren met Soule.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van wemkok

Gesponsord

Een sinister geheim bedreigt de bekendste Amerikaanse presidentsverkiezingen. De erfgenamen van A.C. Porter is de zesde winnaar van de Hebban Thrillerprijs