Lezersrecensie
Ingrijpend naslagwerk belicht eeuwenlange kinderveilingen in Nederland
Het zorgsysteem in Nederland kent uiteenlopende organisaties en instanties die verschillende groepen mensen (tijdelijk) ondersteuning bieden in de vorm van opvang, zorg en begeleiding. Toch gaat het in de praktijk vaak mis. Zo kwamen in 2024 de schokkende misstanden in de (gesloten) jeugdzorg aan het licht – van onvoldoende hulp en intimidatie tot geweld en misbruik. Wie er als kind of hulpbehoevende, om wat voor reden dan ook, alleen voor komt te staan, is het helaas niet vanzelfsprekend dat er goede opvang beschikbaar is. Hoge kosten en te weinig (geschikt) personeel zijn al eeuwenlang de belangrijkste oorzaken van een falend maatschappelijk vangnet. In De bestedeling duikt Menno Lanting naar aanleiding van een persoonlijk familieverhaal in de geschiedenis van ‘uitbesteding’, een onderbelichte praktijk die Nederlandse wees- en armenhuizen in het verleden veelvuldig hebben gebezigd.
Dat de grootste groep ‘bestedelingen’ kinderen waren, is misschien niet verrassend, maar wel schokkend. Uitbesteden hield in dat mensen voor het goedkoopste bedrag werden geveild, vaak als werkkracht op boerderijen, in fabrieken of in kloosters. Bestedelingen kregen nauwelijks te eten, werkten onder smerige omstandigheden, verdienden bijna niets en kregen niet de zorg en aandacht die ze moesten krijgen. Wie denkt dat deze praktijken eeuwen geleden plaatsvonden en nu pas aan het licht komen, heeft het mis. Tot in de jaren 60 van de twintigste eeuw was er nog sprake van uitbesteding. Dankzij uitgebreid archiefonderzoek en diverse andere bronnen bevat De bestedeling talloze brieven en levensverhalen van weeskinderen en hun familie, mensen met een beperking, ouderen en anderen die door omstandigheden in de armoede waren beland.
Grote thema’s als persoonlijkheidsproblematiek, suïcide, vervreemding, rouw en verwaarlozing schuwt Lanting niet. Hij schrijft objectief, ook als de onderwerpen schrijnend zijn, en doet nauwgezet verslag van de opmerkelijke vondsten die hij uit de archieven opduikt: experimenten met bestedelingen in de Nederlandse koloniën, kinderverlating als gevolg van migratie, kinderen die noodgedwongen werden uitbesteed toen hun criminele ouders in de gevangenis verbleven. Het zijn de verschuivingen naar de huidige tijd die deze details tastbaar maken:
‘vader Christiaan [bevindt] zich in de gevangenis, terwijl moeder Maria de ouderlijke macht is ontnomen en er een echtscheidingszaak loopt. De vijf meisjes zijn alleen achtergelaten in het ouderlijk huis aan de Haarlemmer Houttuinen 109. Tegenwoordig staat op die locatie en grijs, onopvallend appartementencomplex uit de jaren tachtig, met op straatniveau de leveranciersingang van de lokale Albert Heijn. Het verkeer raast langs de weg, ingeklemd tussen gebouwen en een spoorviaduct.’
Lanting slaagt erin de praktijk van het uitbesteden gestructureerd neer te zetten. Zijn objectieve, soms wat afstandelijke toon, weet helder te informeren, maar mist de gevoeligheid om de werking van trauma en de invloed van rouw en verlies op de volgende generaties duidelijk over te brengen. Van een verdrietig familieverhaal groeit De bestedeling gaandeweg uit tot een ingrijpend naslagwerk van de eeuwenlange kinderveilingen in Nederland. Een boek dat niet alleen een onbekend stukje geschiedenis belicht, maar ook oproept tot verandering om betere zorg en opvang te bieden aan de kinderen van nu.
Deze recensie verscheen eerst op www.elineschrijfthier.nl
Dat de grootste groep ‘bestedelingen’ kinderen waren, is misschien niet verrassend, maar wel schokkend. Uitbesteden hield in dat mensen voor het goedkoopste bedrag werden geveild, vaak als werkkracht op boerderijen, in fabrieken of in kloosters. Bestedelingen kregen nauwelijks te eten, werkten onder smerige omstandigheden, verdienden bijna niets en kregen niet de zorg en aandacht die ze moesten krijgen. Wie denkt dat deze praktijken eeuwen geleden plaatsvonden en nu pas aan het licht komen, heeft het mis. Tot in de jaren 60 van de twintigste eeuw was er nog sprake van uitbesteding. Dankzij uitgebreid archiefonderzoek en diverse andere bronnen bevat De bestedeling talloze brieven en levensverhalen van weeskinderen en hun familie, mensen met een beperking, ouderen en anderen die door omstandigheden in de armoede waren beland.
Grote thema’s als persoonlijkheidsproblematiek, suïcide, vervreemding, rouw en verwaarlozing schuwt Lanting niet. Hij schrijft objectief, ook als de onderwerpen schrijnend zijn, en doet nauwgezet verslag van de opmerkelijke vondsten die hij uit de archieven opduikt: experimenten met bestedelingen in de Nederlandse koloniën, kinderverlating als gevolg van migratie, kinderen die noodgedwongen werden uitbesteed toen hun criminele ouders in de gevangenis verbleven. Het zijn de verschuivingen naar de huidige tijd die deze details tastbaar maken:
‘vader Christiaan [bevindt] zich in de gevangenis, terwijl moeder Maria de ouderlijke macht is ontnomen en er een echtscheidingszaak loopt. De vijf meisjes zijn alleen achtergelaten in het ouderlijk huis aan de Haarlemmer Houttuinen 109. Tegenwoordig staat op die locatie en grijs, onopvallend appartementencomplex uit de jaren tachtig, met op straatniveau de leveranciersingang van de lokale Albert Heijn. Het verkeer raast langs de weg, ingeklemd tussen gebouwen en een spoorviaduct.’
Lanting slaagt erin de praktijk van het uitbesteden gestructureerd neer te zetten. Zijn objectieve, soms wat afstandelijke toon, weet helder te informeren, maar mist de gevoeligheid om de werking van trauma en de invloed van rouw en verlies op de volgende generaties duidelijk over te brengen. Van een verdrietig familieverhaal groeit De bestedeling gaandeweg uit tot een ingrijpend naslagwerk van de eeuwenlange kinderveilingen in Nederland. Een boek dat niet alleen een onbekend stukje geschiedenis belicht, maar ook oproept tot verandering om betere zorg en opvang te bieden aan de kinderen van nu.
Deze recensie verscheen eerst op www.elineschrijfthier.nl
1
Reageer op deze recensie