Lezersrecensie
Onderhoudende en gevarieerde roadtrip met diepgang
In 2022 maakte televisie-redacteur Niels van Droogenbroeck zijn debuut als auteur met de roman Limonade met pulp, ondanks dat hij op nog maar zestienjarige leeftijd al een eerste boek schreef, dat overigens niets geworden is. Zelf zegt hij hierover dat hij daarmee wel heeft laten zien dat hij wíl schrijven. Dit bewijst hij andermaal, want in juni 2025 werd Asfalt uitgebracht.
Hierin maakt de lezer kennis met twee koppels die onafhankelijk van elkaar besluiten naar de Hongaarse hoofdstad Boedapest te liften. Het eerste stel, de vrienden Jules en Yassine, reizen tijdens de zomervakantie al jaren samen, maar bereiken deze keer hun bestemming niet. Na de onverwachte en plotselinge verdwijning van Yassine is Jules’ eindpunt het politiebureau. De andere twee, Do en Stef, hebben elkaar pas één keer ontmoet, maar hebben een gemeenschappelijke vriend die sinds kort in Boedapest studeert. Ze besluiten hem te bezoeken, krijgen onderweg een hechtere band en worden verliefd op elkaar. Hierdoor worden ze wel gedwongen een keuze te maken.
De roman begint met een scène in het politiebureau waardoor de lezer nieuwsgierig wordt naar de aanleiding van de ondervraging van Jules. Daarnaast heeft dit eerste hoofdstuk iets weg van een thriller, waardoor er eveneens een lichte spanning ontstaat. Beide elementen zorgen er in ieder geval voor dat je meteen bij het verhaal betrokken bent. Vervolgens gaat de plot vijf dagen terug in de tijd en maak je eerst kennis met Jules en Yassine en later met de andere twee: Do en Stef. De verhaallijnen van de twee duo’s, die overigens onafhankelijk van elkaar reizen (aan het eind van het boek blijkt waarom) wisselen elkaar af, maar hebben één overeenkomst: hun liftactiviteiten.
Tijdens hun onderneming ontmoeten ze mensen van allerlei pluimage en het merendeel van hen, zo niet iedereen, is nogal markant. De lifters belanden daarnaast regelmatig in bizarre, onwaarschijnlijke en absoluut uitzonderlijke situaties. Dit zorgt voor soms kolderieke, maar ook weleens hachelijke taferelen. Omdat de auteur deze momenten bijzonder beeldend beschrijft, kan de lezer zich erg goed voorstellen hoe dit er allemaal uit moet zien. Vanwege de perspectiefwisselingen en de vele gebeurtenissen heeft het verhaal een hoog tempo, vlieg je er als een concorde doorheen en hoef je je geen seconde te vervelen. Hoewel de auteur de personages niet heel uitgebreid beschrijft, krijg je wel degelijk een goede indruk van hen, in ieder geval ruim voldoende om hen te kunnen karakteriseren.
De schrijfstijl van Van Droogenbroeck is vlot, toegankelijk en eigentijds. Wat erg sterk van hem is, is dat hij het taalgebruik heeft afgestemd op de personages. Zo maken Jules en Yassine bij tijd en wijle gebruik van straattaal, terwijl dit niet geldt voor de ingetogener Do en Stef. Leuk is dat de auteur de plot heeft doorspekt met woordgrappen, woordspelingen en andere taalgrapjes. Toch sluit hij zijn ogen evenmin voor diverse maatschappelijke thema’s, want onderwerpen als klimaatverandering, dementie, identiteitsproblematiek (en nog een aantal andere) heeft hij heel geraffineerd in de plot verwerkt. Behalve een groot aantal luchtige scènes en omstandigheden wordt er dus ook voldoende aandacht besteed aan serieuzere zaken.
Aan het eind van de plot komen de afzonderlijke verhaallijnen samen en eenmaal zover staat de lezer een tweetal onverwachte verrassingen te wachten, waarvan er een eigenlijk niet eens zo heel erg verbazingwekkend is. Hiermee heeft de roman wellicht een afsluiting die niet iedereen zal bevredigen of bekoren, maar wel in de lijn der gebeurtenissen past. Al met al is Asfalt een onderhoudende roadtrip waarin zowel humoristische, aandoenlijke, trieste en mooie momenten voorkomen.
Hierin maakt de lezer kennis met twee koppels die onafhankelijk van elkaar besluiten naar de Hongaarse hoofdstad Boedapest te liften. Het eerste stel, de vrienden Jules en Yassine, reizen tijdens de zomervakantie al jaren samen, maar bereiken deze keer hun bestemming niet. Na de onverwachte en plotselinge verdwijning van Yassine is Jules’ eindpunt het politiebureau. De andere twee, Do en Stef, hebben elkaar pas één keer ontmoet, maar hebben een gemeenschappelijke vriend die sinds kort in Boedapest studeert. Ze besluiten hem te bezoeken, krijgen onderweg een hechtere band en worden verliefd op elkaar. Hierdoor worden ze wel gedwongen een keuze te maken.
De roman begint met een scène in het politiebureau waardoor de lezer nieuwsgierig wordt naar de aanleiding van de ondervraging van Jules. Daarnaast heeft dit eerste hoofdstuk iets weg van een thriller, waardoor er eveneens een lichte spanning ontstaat. Beide elementen zorgen er in ieder geval voor dat je meteen bij het verhaal betrokken bent. Vervolgens gaat de plot vijf dagen terug in de tijd en maak je eerst kennis met Jules en Yassine en later met de andere twee: Do en Stef. De verhaallijnen van de twee duo’s, die overigens onafhankelijk van elkaar reizen (aan het eind van het boek blijkt waarom) wisselen elkaar af, maar hebben één overeenkomst: hun liftactiviteiten.
Tijdens hun onderneming ontmoeten ze mensen van allerlei pluimage en het merendeel van hen, zo niet iedereen, is nogal markant. De lifters belanden daarnaast regelmatig in bizarre, onwaarschijnlijke en absoluut uitzonderlijke situaties. Dit zorgt voor soms kolderieke, maar ook weleens hachelijke taferelen. Omdat de auteur deze momenten bijzonder beeldend beschrijft, kan de lezer zich erg goed voorstellen hoe dit er allemaal uit moet zien. Vanwege de perspectiefwisselingen en de vele gebeurtenissen heeft het verhaal een hoog tempo, vlieg je er als een concorde doorheen en hoef je je geen seconde te vervelen. Hoewel de auteur de personages niet heel uitgebreid beschrijft, krijg je wel degelijk een goede indruk van hen, in ieder geval ruim voldoende om hen te kunnen karakteriseren.
De schrijfstijl van Van Droogenbroeck is vlot, toegankelijk en eigentijds. Wat erg sterk van hem is, is dat hij het taalgebruik heeft afgestemd op de personages. Zo maken Jules en Yassine bij tijd en wijle gebruik van straattaal, terwijl dit niet geldt voor de ingetogener Do en Stef. Leuk is dat de auteur de plot heeft doorspekt met woordgrappen, woordspelingen en andere taalgrapjes. Toch sluit hij zijn ogen evenmin voor diverse maatschappelijke thema’s, want onderwerpen als klimaatverandering, dementie, identiteitsproblematiek (en nog een aantal andere) heeft hij heel geraffineerd in de plot verwerkt. Behalve een groot aantal luchtige scènes en omstandigheden wordt er dus ook voldoende aandacht besteed aan serieuzere zaken.
Aan het eind van de plot komen de afzonderlijke verhaallijnen samen en eenmaal zover staat de lezer een tweetal onverwachte verrassingen te wachten, waarvan er een eigenlijk niet eens zo heel erg verbazingwekkend is. Hiermee heeft de roman wellicht een afsluiting die niet iedereen zal bevredigen of bekoren, maar wel in de lijn der gebeurtenissen past. Al met al is Asfalt een onderhoudende roadtrip waarin zowel humoristische, aandoenlijke, trieste en mooie momenten voorkomen.
1
Reageer op deze recensie