Lezersrecensie
Zeer verdienstelijk debuut
Maria Kager is opgegroeid naast de koepelgevangenis in Haarlem en ze heeft altijd al het gevoel gehad dat deze setting uitstekend in een roman zou passen. Een gevangenis spreekt immers tot de verbeelding en zo goed als niemand weet wat zich er binnen de muren afspeelt. Dit alles inspireerde haar tot het schrijven van haar deels autobiografische debuutroman De buitengewoon geslaagde opvoeding van Frida Wolf (2024). Het boek ontving meteen lovende kritieken en won in het jaar van uitgifte zowel de publieks- als juryprijs van De Bronzen Uil.
De vader van Frida Wolf is gevangenisdirecteur en is behoorlijk anders dan de meeste andere vaders. Hij drinkt en rookt bovenmatig veel, neemt regelmatig iets uit winkels mee zonder daarvoor te betalen en heeft een te goede band met de gevangenen. Een zwaar ongeluk zorgt ervoor dat het gezinsleven drastisch anders wordt en de gevangenis een grotere rol in zijn leven gaat spelen. Vele jaren later vraagt Frida zich af welke invloed deze gebeurtenissen op haar leven hebben gehad.
De in 2016 gesloten Koepelgevangenis in Haarlem loopt als een rode draad door het verhaal, dat volledig wordt verteld vanuit het perspectief van een steeds ouder wordende Frida Wolf, heen. Logisch als je in aanmerking neemt dat haar vader er directeur is en het gezin ook nog eens tegenover het gebouw woont. Toch neemt het gevangenencomplex geen heel erg prominente plaats in de plot in, want in hoofdzaak draait het in de roman voornamelijk om een deel van het leven van Frida, haar relatie met vooral haar vader en – uiteraard – een stuk van haar bijzondere en onorthodoxe opvoeding. Door deze opzet krijgt de lezer een prima indruk van de familie Wolf en kan hij hen behoorlijk goed karakteriseren.
Het aantal personages dat hun opwachting mag maken, is beperkt en daarmee heeft de auteur een goede keuze gemaakt. Aan ieder van hen is voldoende aandacht besteed en stuk voor stuk zijn ze gedegen uitgewerkt. Eén ding hebben ze echter gemeen: ze zijn allemaal markant en sommigen zelfs excentriek. Kager verspeelt haar hand overigens niet, want de gedragingen van die personen blijven binnen de marge van wat aanvaardbaar en acceptabel is. Omdat het debuut deels autobiografisch is, vraag je je tijdens het lezen regelmatig af wat werkelijk voorgevallen is en wat verzonnen is, vooral omdat erg veel scènes te bijzonder zijn en enigszins ongeloofwaardig overkomen. De auteur komt hier trouwens wel mee weg, want alles wat gebeurt past prima in het verhaal.
Over het algemeen is de schrijfstijl van de auteur vlot en toegankelijk en door het straffe tempo vliegt de lezer door het verhaal heen. Desondanks zijn enkele taaiere fragmenten, zoals die over vader en zoon Metzelaar, beiden architect van gevangeniscomplexen, iets lastiger door te komen. Voor de geïnteresseerde vast en zeker interessant, maar in een roman ietwat misplaatst. Voor de vele voetnoten in het desbetreffende hoofdstuk geldt in feite hetzelfde: ze zijn informatief, maar de toegevoegde waarde daarvan valt te bezien. Aan de andere kant zorgt Kager veelvuldig voor een luchtige noot, want het boek bevat diverse humoristische fragmenten. Een mooie en goede tegenhanger van enkele aangrijpende en trieste momenten.
Aan het eind maakt de auteur een drastische sprong voorwaarts en is Frida een stuk ouder dan in alle voorgaande hoofdstukken. Deze overgang is wel erg groot en plotseling, alsof zich tussentijds niets meer heeft voorgedaan. Toch is dit een passende afsluiting, want met weemoed kijkt Frida dan terug naar een periode waarvan ze zich afvraagt of die wel was zoals ze zich herinnert. De buitengewoon geslaagde opvoeding van Frida Wolf is al met al een zeer verdienstelijk debuut.
De vader van Frida Wolf is gevangenisdirecteur en is behoorlijk anders dan de meeste andere vaders. Hij drinkt en rookt bovenmatig veel, neemt regelmatig iets uit winkels mee zonder daarvoor te betalen en heeft een te goede band met de gevangenen. Een zwaar ongeluk zorgt ervoor dat het gezinsleven drastisch anders wordt en de gevangenis een grotere rol in zijn leven gaat spelen. Vele jaren later vraagt Frida zich af welke invloed deze gebeurtenissen op haar leven hebben gehad.
De in 2016 gesloten Koepelgevangenis in Haarlem loopt als een rode draad door het verhaal, dat volledig wordt verteld vanuit het perspectief van een steeds ouder wordende Frida Wolf, heen. Logisch als je in aanmerking neemt dat haar vader er directeur is en het gezin ook nog eens tegenover het gebouw woont. Toch neemt het gevangenencomplex geen heel erg prominente plaats in de plot in, want in hoofdzaak draait het in de roman voornamelijk om een deel van het leven van Frida, haar relatie met vooral haar vader en – uiteraard – een stuk van haar bijzondere en onorthodoxe opvoeding. Door deze opzet krijgt de lezer een prima indruk van de familie Wolf en kan hij hen behoorlijk goed karakteriseren.
Het aantal personages dat hun opwachting mag maken, is beperkt en daarmee heeft de auteur een goede keuze gemaakt. Aan ieder van hen is voldoende aandacht besteed en stuk voor stuk zijn ze gedegen uitgewerkt. Eén ding hebben ze echter gemeen: ze zijn allemaal markant en sommigen zelfs excentriek. Kager verspeelt haar hand overigens niet, want de gedragingen van die personen blijven binnen de marge van wat aanvaardbaar en acceptabel is. Omdat het debuut deels autobiografisch is, vraag je je tijdens het lezen regelmatig af wat werkelijk voorgevallen is en wat verzonnen is, vooral omdat erg veel scènes te bijzonder zijn en enigszins ongeloofwaardig overkomen. De auteur komt hier trouwens wel mee weg, want alles wat gebeurt past prima in het verhaal.
Over het algemeen is de schrijfstijl van de auteur vlot en toegankelijk en door het straffe tempo vliegt de lezer door het verhaal heen. Desondanks zijn enkele taaiere fragmenten, zoals die over vader en zoon Metzelaar, beiden architect van gevangeniscomplexen, iets lastiger door te komen. Voor de geïnteresseerde vast en zeker interessant, maar in een roman ietwat misplaatst. Voor de vele voetnoten in het desbetreffende hoofdstuk geldt in feite hetzelfde: ze zijn informatief, maar de toegevoegde waarde daarvan valt te bezien. Aan de andere kant zorgt Kager veelvuldig voor een luchtige noot, want het boek bevat diverse humoristische fragmenten. Een mooie en goede tegenhanger van enkele aangrijpende en trieste momenten.
Aan het eind maakt de auteur een drastische sprong voorwaarts en is Frida een stuk ouder dan in alle voorgaande hoofdstukken. Deze overgang is wel erg groot en plotseling, alsof zich tussentijds niets meer heeft voorgedaan. Toch is dit een passende afsluiting, want met weemoed kijkt Frida dan terug naar een periode waarvan ze zich afvraagt of die wel was zoals ze zich herinnert. De buitengewoon geslaagde opvoeding van Frida Wolf is al met al een zeer verdienstelijk debuut.
1
Reageer op deze recensie