Lezersrecensie
Westerse arrogantie in de kiem gesmoord
Een eiland – Trinidad en Tobago? – verkeert in roerige tijden. James Ahmed denkt er in een voormalige fabriek een ideale gemeenschap te kunnen stichten. Hij ziet een bondgenoot in Roche, een balling uit Zuid-Afrika, een man met ervaring met betrekking tot protestacties tegen een onderdrukkend regime. Voorafgaand aan zijn komst naar het eiland vertoefde Roche in het Verenigd Koninkrijk waar hij de jongere Jane heeft ontmoet. “Simpel, overdreven en, vreemd genoeg voor een vrouw van negenentwintig, schoolmeisjesachtig.” Zij is op zoek naar opwinding en besluit Roche te volgen.
“Alle revoluties beginnen met het land. Ieder mens wordt op het land geboren, iedereen heeft zijn eigen stukje, het is zijn geboorterecht, en iedereen moet zich in kameraadschap en harmonie zijn deel van de aarde verwerven.”
Het klinkt zo mooi, maar de realiteit is weerbarstig. Jane ervaart de oorspronkelijke bevolking al snel als “zwarte pummels” die zich “niet gedisciplineerd gedragen, daar hebben ze niet veel kaas van gegeten”. Al snel begrijpt ze zelf niet meer hoe zij verliefd kon worden op Roche. Ze walgt van zijn slechte gebit en probeert steeds vaker haar eigen gang te gaan.
“Het was die gelatenheid van Roche die Jane teleurstelde en afstootte. In de eerste tijd van hun verhouding had zijn onwil om zich duidelijk uit te spreken, zijn kalmte, haar doen veronderstellen dat hij een vooruitziende blik had, een of ander beeld van de toekomst.”
Niets is minder waar. Ook Roche voelt zich verloren, beseft dat hij een buitenstaander is op het eiland. En Ahmed? Al snel heeft hij door dat gedeelde idealen ver uit elkaar kunnen lopen als puntje bij paaltje komt. Als het begint te broeien op het eiland, als de noodtoestand wordt afgekondigd, wordt het ieder voor zich, iedereen wil zijn kleine oorlogje voeren, iedereen is een guerrillastrijder. Dan blijkt dat Jane niets van de hele turmoil heeft begrepen. Naipaul schreef Guerilla in 1975. De tijd heeft niets aan de actualiteit van het verhaal afgedaan.
“Alle revoluties beginnen met het land. Ieder mens wordt op het land geboren, iedereen heeft zijn eigen stukje, het is zijn geboorterecht, en iedereen moet zich in kameraadschap en harmonie zijn deel van de aarde verwerven.”
Het klinkt zo mooi, maar de realiteit is weerbarstig. Jane ervaart de oorspronkelijke bevolking al snel als “zwarte pummels” die zich “niet gedisciplineerd gedragen, daar hebben ze niet veel kaas van gegeten”. Al snel begrijpt ze zelf niet meer hoe zij verliefd kon worden op Roche. Ze walgt van zijn slechte gebit en probeert steeds vaker haar eigen gang te gaan.
“Het was die gelatenheid van Roche die Jane teleurstelde en afstootte. In de eerste tijd van hun verhouding had zijn onwil om zich duidelijk uit te spreken, zijn kalmte, haar doen veronderstellen dat hij een vooruitziende blik had, een of ander beeld van de toekomst.”
Niets is minder waar. Ook Roche voelt zich verloren, beseft dat hij een buitenstaander is op het eiland. En Ahmed? Al snel heeft hij door dat gedeelde idealen ver uit elkaar kunnen lopen als puntje bij paaltje komt. Als het begint te broeien op het eiland, als de noodtoestand wordt afgekondigd, wordt het ieder voor zich, iedereen wil zijn kleine oorlogje voeren, iedereen is een guerrillastrijder. Dan blijkt dat Jane niets van de hele turmoil heeft begrepen. Naipaul schreef Guerilla in 1975. De tijd heeft niets aan de actualiteit van het verhaal afgedaan.
1
Reageer op deze recensie