Lezersrecensie
Die allesbepalende zomer
1972. De familie Bellandi woont in Vinci, een gemeente in Florence. De man des huizes is een Italiaanse strafrechtadvocaat, de vrouw een roodharige schone uit Dublin. Twee kinderen, Gigio van twaalf en zijn jongere zusje Gilda (zeven). De zomermaanden brengt het gezin door in het Toscaanse kustplaatsje Fiumetto.
In Zwarte september vertelt Gigio op latere leeftijd over zijn coming of age. De jongen is geobsedeerd door sport in de breedste zin van het woord. Alles houdt hij bij, van wielrennen tot en met de Grand Prix en dankzij de zonderlinge ‘oom’ Giotti kan zelfs schaken hem boeien. Een bredere blik op de wereld krijgt hij dankzij een abonnement op het maandblad linus. Bij de kapper ontdekt hij pornografische blaadjes. Wát het precies met hem doet begrijpt hij niet, dat er wel degelijk iets in hem gebeurt beseft hij terdege. Via een mangadischi – een ‘plateneter’ – die hij van zijn vader krijgt, maakt hij kennis met muziek: het singletje The Cat van Jimmy Smith.
“Op dat moment was hij een vader die de situatie volledig onder controle had, maar met het oog op wat er stond te gebeuren, heeft deze herinnering me altijd diep geraakt. Want in werkelijkheid had hij helemaal niets onder controle, zelfs toen niet, hij waaide met alle winden mee en dat is altijd zo geweest.”
Op het moment dat je deze zinnen leest, heb je nog niet in de gaten dat dit de cliffhanger is waar het hele boek misschien wel om draait.
Gigio houdt zich aan de geldende mores, doet geen dingen die niet horen. Dat wordt lastig als hij onder de indruk raakt van hun buurvrouw van Ethiopische afkomst en niet veel later van haar dertienjarige dochter Astel Raimondi. Als Astel – in doen, laten en verschijning aanmerkelijk volwassener dan Gigio – haar oog laat vallen op die jongen uit Florence met zijn mooie krullen, brengen de twee steeds meer tijd met elkaar door. Op het strand, maar veel vaker op haar kamer in de luxe villa van de familie Raimondi. Astel introduceert hem anders dan zijn vader werkelijk in de muziekwereld. Titels van nummers uit dat jaar vliegen de lezer om de oren.
De eerste zin van hoofdstuk 10, op een derde van het boek, luidt: “Nu zijn we op het punt gekomen waarop het verhaal van richting verandert.” Is dat zo? Ook de daaropvolgende hoofdstukken gaan namelijk over de ontwikkeling van de relatie tussen Gigio en Astel. Het gedraai om elkaar heen, het aftasten en dan eindelijk, éindelijk, de eerste kus. Er worden heel wat plaatjes gedraaid op de grote kamer van Astel, de tieners dansen, schuifelen, kussen. Op zeker moment gooit een spelbreker roet in het eten; de Olympische Spelen van 1972 in München. In plaats van direct door te lopen naar Astels kamer, neemt Gigio steeds vaker liever plaats voor de tv, een échte kleuren-tv! In sport is het meisje niet geïnteresseerd. En dan vindt die gruwelijke gebeurtenis plaats: de gijzeling van Israëlische atleten door terreurgroep Zwarte september. Ook het persoonlijke leven van Gigio en Alster gaat rond deze tijd volledig op zijn kop. Aan hun eigen zwarte september valt niet te ontkomen. Het is jammer dat je de oorzaak van dit drama van verre voelt aankomen.
Zwarte september is een mooie roman door de sfeerbeschrijvingen, de kleuren en geuren, en bovenal die kleine signalen die een leven van opgroeiende jeugd volkomen overhoop kunnen gooien, waar een volwassene niet eens de schouders voor zou ophalen. Het is een melancholische terugblik op een jeugd die plotseling ruw wordt verstoord.
In Zwarte september vertelt Gigio op latere leeftijd over zijn coming of age. De jongen is geobsedeerd door sport in de breedste zin van het woord. Alles houdt hij bij, van wielrennen tot en met de Grand Prix en dankzij de zonderlinge ‘oom’ Giotti kan zelfs schaken hem boeien. Een bredere blik op de wereld krijgt hij dankzij een abonnement op het maandblad linus. Bij de kapper ontdekt hij pornografische blaadjes. Wát het precies met hem doet begrijpt hij niet, dat er wel degelijk iets in hem gebeurt beseft hij terdege. Via een mangadischi – een ‘plateneter’ – die hij van zijn vader krijgt, maakt hij kennis met muziek: het singletje The Cat van Jimmy Smith.
“Op dat moment was hij een vader die de situatie volledig onder controle had, maar met het oog op wat er stond te gebeuren, heeft deze herinnering me altijd diep geraakt. Want in werkelijkheid had hij helemaal niets onder controle, zelfs toen niet, hij waaide met alle winden mee en dat is altijd zo geweest.”
Op het moment dat je deze zinnen leest, heb je nog niet in de gaten dat dit de cliffhanger is waar het hele boek misschien wel om draait.
Gigio houdt zich aan de geldende mores, doet geen dingen die niet horen. Dat wordt lastig als hij onder de indruk raakt van hun buurvrouw van Ethiopische afkomst en niet veel later van haar dertienjarige dochter Astel Raimondi. Als Astel – in doen, laten en verschijning aanmerkelijk volwassener dan Gigio – haar oog laat vallen op die jongen uit Florence met zijn mooie krullen, brengen de twee steeds meer tijd met elkaar door. Op het strand, maar veel vaker op haar kamer in de luxe villa van de familie Raimondi. Astel introduceert hem anders dan zijn vader werkelijk in de muziekwereld. Titels van nummers uit dat jaar vliegen de lezer om de oren.
De eerste zin van hoofdstuk 10, op een derde van het boek, luidt: “Nu zijn we op het punt gekomen waarop het verhaal van richting verandert.” Is dat zo? Ook de daaropvolgende hoofdstukken gaan namelijk over de ontwikkeling van de relatie tussen Gigio en Astel. Het gedraai om elkaar heen, het aftasten en dan eindelijk, éindelijk, de eerste kus. Er worden heel wat plaatjes gedraaid op de grote kamer van Astel, de tieners dansen, schuifelen, kussen. Op zeker moment gooit een spelbreker roet in het eten; de Olympische Spelen van 1972 in München. In plaats van direct door te lopen naar Astels kamer, neemt Gigio steeds vaker liever plaats voor de tv, een échte kleuren-tv! In sport is het meisje niet geïnteresseerd. En dan vindt die gruwelijke gebeurtenis plaats: de gijzeling van Israëlische atleten door terreurgroep Zwarte september. Ook het persoonlijke leven van Gigio en Alster gaat rond deze tijd volledig op zijn kop. Aan hun eigen zwarte september valt niet te ontkomen. Het is jammer dat je de oorzaak van dit drama van verre voelt aankomen.
Zwarte september is een mooie roman door de sfeerbeschrijvingen, de kleuren en geuren, en bovenal die kleine signalen die een leven van opgroeiende jeugd volkomen overhoop kunnen gooien, waar een volwassene niet eens de schouders voor zou ophalen. Het is een melancholische terugblik op een jeugd die plotseling ruw wordt verstoord.
1
Reageer op deze recensie
